Gebruikershandleiding voor Klinische gebruikers voor het zorgbeheerplatform van mymobility®

Algemeen

Doel van het mymobility programma:
mymobility is een zorgmanagementsysteem dat is ontworpen om u en uw zorgteam te ondersteunen door passieve en actieve patiëntinteracties te monitoren via hun toegewezen protocol via een mobiele patiëntapplicatie. Het doel van de mymobility-app is om patiënten betrokken te houden bij het voorbereidings- en herstelproces van hun orthopedische procedure. Patiënten die in aanmerking komen en zijn ingeschreven, ontvangen voorlichtingsinformatie, zowel pre- als postoperatieve oefeningen, waardoor ze worden aangemoedigd om een ​​actieve rol te spelen bij hun herstel. De app verzamelt ook Patient Reported Outcome Measures (PROMs) en zorgt voor veilige versleutelde berichten die het zorgteam op de hoogte houden van vragen en voortgang van patiënten. Door patiënten rond de chirurgische ingreep te ondersteunen, kunt u de variabiliteit van de zorg verminderen en het zorgproces differentiëren.

Over:
gebruik de link “Over” onderaan elke pagina om details over het mymobility-programma te bekijken. Van daaruit kunt u ook het privacybeleid en de licentieovereenkomst voor eindgebruikers bekijken.

Ondersteuning:
voor hulp bij problemen die niet in deze gebruikershandleiding worden behandeld, neem dan contact op met mymobility-ondersteuning.

Systeemvereisten:
Ga voor meer informatie over de systeemvereisten naar de pagina Apparaatondersteuning.

Overwegingen bij gebruik

mymobility is bedoeld om geschikte patiënten te ondersteunen voor en na bepaalde orthopedische procedures. Evalueer de patiënt vóór inschrijving, rekening houdend met het volgende:

Visuele of gehoorstoornissen:
mymobility ondersteunt geen ondertitels voor slechthorenden of opties voor slechtziende patiënten, dit kan het gebruik voor slechthorenden of slechtzienden beperken.

Taal:
mymobility wordt in Nederland aangeboden in het Nederlands en in België in het Nederlands en Frans. Als u een patiënt wilt inschrijven die een taal die door mymobility wordt ondersteund, niet kan lezen of verstaan, moet er een vertaler aanwezig zijn wanner die mymobility gebruikt

Leeftijd:
mymobility is niet ontworpen voor gebruik door iemand onder de 13 jaar.

Mentale vereisten:
mymobility patiënten moeten mentaal geschikt zijn.

Functionele vereisten:
Zorg ervoor dat patiënten met verlies van fysieke functie de juiste voorzorgsmaatregelen nemen om veilig oefeningen uit te voeren die worden geleid door mymobility.

Klinische of medische problemen:
Voor een patiënt met specifieke klinische of medische problemen dient u alle voorzorgsmaatregelen te nemen die nodig zijn om veilig oefeningen uit te voeren die worden geleid door mymobility.

Geschikt elektronisch apparaat met noodzakelijke systeemvereisten:
Controleer of de patiënt beschikt over de juiste technologie en systeemvereisten om mymobility te ondersteunen. De huidige systeemvereisten zijn te vinden op de pagina Apparaatondersteuning

Voldoende ruimte om oefeningen te voltooien:
Om de oefeningen veilig te kunnen doen, moet een patiënt in alle richtingen ongeveer anderhalve meter ruimte hebben die vrij is van spullen, vloerkleden, meubilair, enz.

Aan de slag

Eerste aanmelding
Uw toegang tot mymobility hangt af van uw positie:

  • Beheerders: een mymobility-implementator of een andere beheerder geeft u toegang tot het programma.
  • Chirurgen en andere klinische gebruikers: informeer uw beheerder dat u zich moet aanmelden bij het mymobility-programma.
  • *Let op: Wij raden u aan om het e-mailadres van uw ziekenhuis of praktijk te gebruiken wanneer u zich aanmeldt als nieuwe klinische gebruiker.
  1. Nieuwe klinische gebruikers ontvangen een welkomstmail.
  2. In de welkomstmail staat de link om in te loggen.
  3. U ziet dan de mymobility-inlogpagina:
  4. Klik op “Start hier” voor nieuwe gebruikers.
  5. Voer het e-mailadres in waarop u de e-mail heeft ontvangen, het mobiele nummer dat aan het account is gekoppeld en bevestig de locatie van uw zorginstelling.
  6. In stap 1 wordt u naar een scherm geleid om uw identiteit te bevestigen. Voer de tijdelijke code in die u per sms heeft ontvangen. (Opmerking: De tijdelijke code verloopt over 30 minuten, maar u kunt altijd een nieuwe code aanvragen, een code aanvragen via e-mail of contact opnemen met uw interne mymobility admin voor hulp.)</strong >
  7. Bij stap 2 maakt u een wachtwoord aan. Uw wachtwoord moet aan de volgende vereisten voldoen: het moet uit minstens acht tekens bestaan en ten minste een van elk van de volgende kenmerken bevatten: hoofdletter, kleine letter, cijfer en een speciaal teken (zoals !@#$%()_-.,/:?). (Let op: het systeem laat u weten wanneer u aan alle wachtwoordvereisten hebt voldaan).
  8. In stap 3 wordt u gevraagd een foto aan uw profiel toe te voegen. De foto is zichtbaar voor iedereen met wie u een bericht stuurt, inclusief patiënten en andere klinische gebruikers in uw zorgteam (u kunt uw foto op elk moment wijzigen via uw profielinstellingenpagina). De foto moet de PNG- of JPEG-indeling hebben en dezelfde hoogte en breedte hebben, anders kan de foto vervormd lijken. (Let op: u kunt deze stap overslaan en uw foto later toevoegen via uw pagina met profielinstellingen (zie Sectie 4: Startpagina)).
  9. In stap 4 wordt u gevraagd om de licentieovereenkomst voor eindgebruikers, het privacybeleid en de disclaimer te lezen en ermee akkoord te gaan. Vink het vakje na elke sectie aan om uw bevestiging aan te geven. Klik als u klaar bent op ‘Registratie voltooien’.
  10. U wordt teruggeleid naar het inlogscherm waar u nu kunt inloggen met uw nieuwe gebruikersnaam en wachtwoord. Bij elke login ziet u de  startpagina.
  11. *Let op: Het systeem zal (1) u automatisch uitloggen na 25 minuten inactiviteit en (2) vereisen dat u uw wachtwoord elke 90 dagen opnieuw instelt.

Wachtwoord vergeten

  1. Klik in het inlogscherm van mymobility op de link “Wachtwoord vergeten” onder de inlogknop.
  2. Voer vervolgens het e-mailadres in dat is gekoppeld aan uw mymobility-account. Klik vervolgens op “Volgende stap.”
  3. Vervolgens wordt u gevraagd uw identiteit te bevestigen. (Let op: als u nog steeds problemen ondervindt bij het openen van uw account, raadpleegt u de instructies bij “Eerste aanmelding” eerder in sectie 3: Aan de slag.)
  4. Zodra u uw identiteit heeft bevestigd, kunt u in het volgende scherm uw wachtwoord opnieuw instellen. Uw wachtwoord moet aan de volgende vereisten voldoen: het moet uit minstens acht tekens bestaan en ten minste een van elk van de volgende: hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens (bijvoorbeeld! @ # $% () _-., / :?). (Let op:  het systeem laat u weten wanneer u aan alle wachtwoordvereisten hebt voldaan. Houd er ook rekening mee dat wachtwoorden elke 90 dagen moeten worden gereset en dat u geen van uw laatste 10 wachtwoorden kunt gebruiken.)

Gebruikerstypen:
Zie de onderstaande tabel voor details:

Bevoegdheden
Alle klinische gebruikers
  • De mogelijkheid om patiënten aan te maken/te bewerken/te ontslaan in de zorgteams waaraan ze zijn toegewezen
  • Mogelijkheid om patiënten een bericht te sturen als onderdeel van een groepschat (samen met andere klinische gebruikers die deel uitmaken van het zorgteam van die patiënt)
Chirurg Naast de rechten voor alle klinische gebruikers:

  • Enkel toegang tot het bekijken van profielen of andere klinische gebruikers in hun zorgteams
  • Alleen-weergeven toegang tot profielen van patiënten in zorgteams waar ze geen deel van uitmaken
Beheerder Naast de rechten voor alle klinische gebruikers:

  • Mogelijkheid om groepen en / of zorgteams te creëren / bewerken
  • Mogelijkheid om klinische gebruikers te maken / bewerken / deactiveren (met of zonder beheerdersrechten)
  • Mogelijkheid om patiënten te creëren / bewerken / ontslaan

Entiteit selectie

Entiteit selectie

Gebruikt u uw mymobility-account om meer dan één ziekenhuis, locatie of entiteit te beheren? Dan moet u na het inloggen selecteren welke entiteit u graag wilt beheren. U ziet op dit scherm een venster voor elke entiteit waarvoor u momenteel actief bent. Naast de naam van de entiteit kunt u er aanvullende informatie lezen. Het venster toont het aantal:

  • Actieve patiënten
  • Onopgeloste patiëntberichten
  • Actieve uitzonderingen
  • Gemarkeerde patiënten

Daarnaast ziet u een herinnering voor geplande videobezoeken met uw patiënten. U ziet dan de tijd resterend tot het geplande bezoek. Om verder te gaan klikt u op de naam van de entiteit.

Dit is de pagina waar je na het inloggen snel naar veelgebruikte pagina’s kunt navigeren. Navigatieopties zijn beperkt tot functies die beschikbaar zijn voor de gebruiker.

Startpagina

Dit is de pagina waar u de patiëntactiviteit in één oogopslag kunt volgen. De “patiëntenkaarten” tonen informatie en statistieken voor elke patiënt. Patiënten zijn gegroepeerd op basis van waar ze zich in hun zorgperiode bevinden (bijv. Pre-operatief, post-operatief en post-30+).

  • mymobility Logo: klik hier om terug te keren naar de startpagina. Als u zich al op de startpagina bevindt, wordt de pagina vernieuwd.
  • Uw foto / naam: klik hier om uw gebruikersprofiel te bekijken. Als je geen foto aan u profiel hebt toegevoegd, verschijnt hier een tijdelijke afbeelding. Voor meer informatie over de pagina Mijn profiel verwijzen we naar het hoofdmenu hieronder.
  • Entiteitsnaam: De naam van uw ziekenhuis, kliniek, instantie enz. Als u patiënten bij meer dan één entiteit beheert, kunt u terugkeren naar het scherm Entiteit selectie als u op deze knop klikt. Daar kunt een andere entiteit selecteren zonder uit te hoeven loggen.
  • Berichtenpictogram:  klik hier om de berichtenpagina te openen. U zult alle berichten met uw patiënten kunnen zien. Voor meer informatie verwijzen we naar Sectie 9: Berichten.
  • Hoofdmenu: vanaf hier heeft u toegang tot:
    1. Home → Keert terug naar de startpagina.
    2. Zorgteams → Gaat naar de zorgteams-pagina waar u uw zorgteam(s) en klinische gebruikers binnen uw zorgteam(s) kunt bekijken.
    3. Patiënten → Verwijst naar de pagina Patiëntenoverzicht waar u de profielen van patiënten kunt bekijken die aan uw zorgteam(s) zijn toegewezen. Voor meer informatie, zie sectie 5: Patiëntprofielen en patiëntenzorg.
    4. Protocollen → Gaat naar de  protocollenpagina waar u alle beschikbare chirurgische protocollen kunt bekijken.
    5. Mijn profiel → Gaat naar uw  Mijn profielpagina. Tenzij u over beheerdersrechten beschikt, kunt u alleen maar uw profielfoto, taal (als uw account meerdere talen ondersteunt) en wachtwoord wijzigen. Neem voor andere wijzigingen contact op met een beheerder. Let op: als u een beheerder bent, raadpleegt u  sectie 10: beheerderstoegang voor meer informatie.
    6. Afmelden → Hiermee meldt u zich af bij mymobility.

Bediening van de startpagina:
De volgende bediening verschijnt op de startpagina om te helpen bij het organiseren en beoordelen van patiëntenkaarten:

  • Groeperingen op operatiedatum: Patiënten worden weergegeven op basis van waar ze zich in hun zorgperiode bevinden:
    1. Activering: Patiënten die de activering niet hebben voltooid of een ingreep, een datum van de ingreep, en een protocol nodig hebben.
    2. Pre-operatief: patiënten in dagen -30 tot -1 van hun protocol.
    3. Post-operatief: Patiënten in dagen 0 (datum van operatie) tot +30 in hun protocol.
    4. Na 30+: Patiënten die meer dan 30 dagen na hun operatiedatum zijn.
  • Filters: Beperkt uw weergave van patiënten tot:
    1. Hoogste niveau:
      1. Alle patiënten
        • Geeft alle patiënten weer in zorgteams waaraan de gebruiker is toegewezen
      2. Uitzonderingen
        • Geeft alleen patiënten weer met een actieve uitzondering.
      3. Met vlag
        • Geeft alleen patiënten met een vlag weer (op elk niveau). Meer informatie over het instellen van een vlag voor patiënten vindt u in het gedeelte: Pagina Patiëntgegevens.
      4. Taken
        1. Toont alleen patiënten met openstaande taken. Meer informatie over klinische taken vindt u in het gedeelte: Klinische taken
    2. Tweede niveau (pas deze toe naast filters voor het hoogste niveau):
      1. Chirurg: Geeft alleen patiënten weer die zijn toegewezen aan de geselecteerde chirurg(en).
      2. Ingreep: Geeft alleen patiënten weer die zijn toegewezen aan de geselecteerde ingre(e)p(en).
      3. Actieve zorgpaden: Toont patiënten met meerdere zorgpaden, afhankelijk van het aantal extra actieve zorgpaden dat ze hebben.
      4. Watch:Geeft alleen patiënten weer die of juist wel een Apple Watch hebben gekoppeld, of juist niet.
      5. Taken: Toont alleen patiënten met taken waaraan u bent toegewezen; patiënten met urgente taken; patiënten met onbevestigde taken, of patiënten met taken die momenteel in uitvoering zijn.
  • Sorteeropties:
    1. Dagen tot / sinds operatie: Sorteert patiënten op nabijheid tot hun operatiedatum. Voor pre-operatieve patiënten zullen degenen die het dichtst bij de operatie staan, als eerste verschijnen. Voor postoperatieve patiënten zullen degenen die. het laatst hun operatie hebben ondergaan, als eerste verschijnen.
    2. Achternaam: Sorteert patiënten op hun achternaam, van A tot Z.
    3. Onbeantwoorde berichten: Patiënten met onbeantwoorde berichten verschijnen eerst, met een secundaire sortering op achternaam. Voor meer informatie over onbeantwoorde berichten, zie Sectie 9: Berichten.
    4. Stappen: Sorteert op gemiddelde stappentelling over de afgelopen 5 dagen, in oplopende volgorde.
    5. Staan-uren: sorteert op gemiddelde staan-uren over de afgelopen 5 dagen, in oplopende volgorde.
    6. Voltooiing van de oefeningen: sorteert op voltooiingspercentage van de oefeningen gedurende de laatste 3 dagen, in stijgende volgorde.
    7. Voltooiing van de voorlichting: Sorteert op voltooiingspercentage van de voorlichting in de afgelopen 3 dagen, in oplopende volgorde.
  • Help-pictogram: klik op het vraagtekenpictogram voor meer informatie over de informatie op de startpagina.
  • Knop voor snelle inschrijving: Klik op de plusknop rechtsboven in het dashboard om snel een nieuwe patiënt in te schrijven. Opmerking: Met deze methode hoeft u aanvankelijk minder velden in te vullen voor de nieuwe patiënt, maar deze moet u later bevestigen in het patiëntprofiel. Raadpleeg: Gedeelte 5 – Patiëntprofiel bewerken.

Patiëntkaarten:
alle patiënten die aan uw zorgteam (s) zijn toegewezen, worden op de startpagina weergegeven, gegroepeerd op basis van waar ze zich in hun zorgperiode bevinden. Elke patiëntenkaart bevat de volgende informatie:

  • Algemene informatie van de patiënt: voor- en achternaam, leeftijd en profielfoto. (Let op: als de patiënt geen profielfoto heeft geüpload via de app, wordt in plaats daarvan een tijdelijke afbeelding weergegeven).
  • Chirurgische informatie van de patiënt:
    1. Chirurg
    2. Dagen voor /sinds operatie → Geeft het aantal dagen tot of sinds de operatiedatum van de patiënt weer. Het aantal is negatief voor patiënten vóór de operatie en positief voor patiënten na de operatie. (Let op: elke patiënt wiens operatiedatum vandaag is, wordt opgenomen in de lijst met patiënten na de operatie, waarbij Dagen sinds chirurgie wordt weergegeven als 0.)
    3. Locatie → Voor postoperatieve patiënten die zelf een andere locatie dan thuis hebben gemeld, wordt hun locatie weergegeven in de linkerbovenhoek van de patiëntenkaart. Hun opties zijn: Ziekenhuis, behandelcentrum, Erkende verpleeginstelling, Heropname ziekenhuis, Spoedeisende hulp. (Let op: na de operatie wordt op de locatie van de operatie de locatie weergegeven die oorspronkelijk aan de patiënt is toegewezen, totdat ze deze wijzigen via hun app. Raadpleeg voor meer gedetailleerde informatie sectie 6: Patiëntgegevens).
  • Patiëntkaartpictogrammen: sommige van deze pictogrammen geven patiëntactiviteit en / of status weer, terwijl andere beschikbare acties tonen:
    1. Apple Watch → Een horlogepictogram wordt naast hun foto weergegeven als ze een Apple Watch met mymobility hebben gebruikt.
    2. Berichten → Het berichtenpictogram geeft toegang tot de berichtenreeks van de patiënt. Als er nog steeds berichten zijn die aandacht vereisen, wordt het onopgeloste pictogram in roze/paars weergegeven. Zie Sectie 9: Berichten voor meer informatie.
    3. Uitzonderingen → Bekijk de huidige actieve uitzonderingen voor de patiënt. Er worden voor de verschillende uitzonderingscategorieën andere pictogrammen weergegeven. Pijnuitzonderingen worden weergegeven als een bliksemschicht pictogram, wandeluitzonderingen als een wandelfiguur pictogram, voorspelde vooruitgang als een grafiek pictogram, late beoordelinguitzonderingen als een kalender pictogram en overlappende protocolsuitzonderingen als een pictogram van een opgeblazen band. Vanuit deze weergave kunt u de patiënt rechtstreeks een bericht sturen, een uitzondering uitstellen (tijdelijk niet meer markeren), een uitzondering uitschakelen (permanent de detectie van dit type uitzondering voor de patiënt stoppen) of de uitzonderingen negeren. Al deze acties en de uitzonderingsgeschiedenis van de patiënt zijn beschikbaar in het patiëntprofiel – zie Gedeelte 6: Pagina Patiëntgegevens. Opmerking: Wanneer u een uitzondering uitschakelt, moet u een notitie bijvoegen.
    4. Vlaggen → Markeer een patiënt, wis een bestaande vlag of lees eerder toegevoegde notities terwijl u de vlagstatus van een patiënt wijzigt door op het vlagpictogram te klikken. (U kunt ook een vlag toevoegen vanuit het profiel van een patiënt; zie  Sectie 6: Pagina Patiëntgegevens voor meer informatie.) Let op: u moet een opmerking opnemen bij het toevoegen, wijzigen of verwijderen van een vlag. Er zijn drie niveaus van vlagprioriteit:
      1. Rood: hoge prioriteit
      2. Geel: gemiddelde prioriteit
      3. Transparant: (geen vlag)
    5. Stappen → Toont de gemiddelde dagelijkse stappentelling van de patiënt over de afgelopen 5 dagen. (Als de patiënt minder dan 5 dagen aan gegevens heeft, worden alleen de dagen met gegevens opgenomen.) De gegevens zijn afkomstig van Apple HealthKit en Google Fit. Let op: A.) Alleen volledige dagen worden in de berekeningen opgenomen, dus deze gemiddelden bevatten alleen gegevens tot de vorige dag. B.) Als er geen stappen zijn vastgelegd, verschijnt er een streepje (-) in plaats van een cijfer. C.) De gemiddelde dagelijkse stappentelling wordt na de operatie gereset.
    6. Stappentrends →Een pijl omhoog / omlaag naast de statistiek ‘Stappen’ wordt weergegeven als de gemiddelde dagelijkse stappen van de patiënt ten minste 20% zijn gestegen / afgenomen in vergelijking met de afgelopen vijf dagen.
    7. Loopsnelheid → Geeft de gemiddelde loopsnelheid weer die de patiënt heeft geregistreerd gedurende de afgelopen 5 dagen. Opmerking: A.) Alleen hele dagen worden opgenomen in de berekeningen, dus deze gemiddelden bevatten alleen gegevens tot de vorige dag. B.) Als er geen gemiddelde loopsnelheden zijn geregistreerd (bijvoorbeeld wanneer een patiënt geen Apple iPhone gebruikt), wordt er een streepje (-) weergegeven in plaats van een getal. C.) De gemiddelde dagelijkse loopsnelheid wordt gereset na de operatie.
    8. Loopsnelheidtrends → Een pijl omhoog/omlaag naast de gemiddelde wnadelsnelheid wordt weergegeven als er ten minste een toename van 20 procent is.
    9. Voltooiing van oefeningen → De cirkel voor oefeningen geeft aan welk percentage van de oefeningen de patiënt heeft voltooid in de afgelopen 3 dagen. (Een volledige cirkel geeft aan dat de patiënt alle oefeningen heeft voltooid.) Het percentage wordt berekend door het aantal herhalingen/minuten die een patiënt heeft voltooid, te delen door het totale aantal toegewezen herhalingen/minuten. Opmerking: A) Alleen volledige dagen worden meegeteld in de berekeningen (dus alleen gegevens tot en met de vorige dag). B) Als er geen oefeningen zijn toegewezen en/of voltooid, wordt er geen cirkel weergegeven. C) Dit percentage wordt gereset na de operatie.
    10. Oefeningen moeilijkheid → De patiënt beoordeelt de moeilijkheidsgraad aan het einde van elke reeks oefeningen. De beoordeling van de patiënt wordt als volgt omgezet in een numerieke schaal en vervolgens gemiddeld over de afgelopen drie dagen: 2 = veel te gemakkelijk; 1 = een beetje makkelijk; 0 = Precies goed; -1 = Een beetje moeilijk; -2 = Veel te moeilijk. Let op: deze waarde wordt ook gereset na een operatie.
    11. Trends in de voltooiing van oefeningen → Een pijl omhoog / omlaag naast de ring Oefening voltooid zal worden weergegeven als er een toename / afname van ten minste 20% is opgetreden in vergelijking met de afgelopen drie dagen.
    12. Voltooiing van voorlichting → De voorlichtingsring weerspiegelt het voltooiingspercentage van de patiënt in de afgelopen 3 dagen (waarbij een volledige cirkel aangeeft dat de patiënt al zijn  voorlichtingsitems tot nu toe heeft voltooid). Het percentage wordt berekend door het aantal voorlichtingsitems dat de patiënt heeft bekeken te delen door het totale aantal toegewezen voorlichtingsitems. Let op: A. Alleen volledige dagen worden meegeteld in de berekeningen, dus alleen gegevens tot de vorige dag worden meegeteld. B. Als er geen lesmateriaal is toegewezen en / of voltooid, verschijnt er geen cirkel. C. Dit percentage wordt gereset na de operatie.
    13. Trends in voltooiing van voorlichting → Een pijl omhoog / omlaag naast de ring Voltooiing van voorlichting wordt weergegeven als er een toename / afname van ten minste 20% is opgetreden in de voltooiing van het voorlichting in vergelijking met de voorgaande drie dagen.
    14. Pictogram van klembord → Als het klembord een tint rood of geel heeft, heeft de specifieke episode van de patiënt open klinische taken (donkerrood = onbevestigd urgent, donkergeel = onbevestigd niet-urgent lichtrood = in uitvoering urgent, lichtgeel = in uitvoering niet-urgent). Door op het symbool te klikken, wordt de pagina met klinische beoordelingen voor de zorgepisode geopend.
  • Info: Klik hier om de pagina Info van mymobility weer te geven.
  • Ondersteuning: Als u hierop klikt, wordt een nieuw tabblad geopend. Vanaf hier kunt u naar de ondersteuningswebsite van mymobility gaan.
  • Taal: Deze optie wordt alleen weergegeven aan gebruikers met een client die meerdere talen ondersteunt. Als een klinische gebruiker op Taal klikt, kan hij of zij de voorkeurstaal voor mymobility wijzigen. U kunt dit ook later doen in de app via Mijn profiel.

Patiënten

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u patiënten kunt aanmaken, bewerken, ontslaan en opnieuw kunt accepteren. Er wordt ook uitgelegd hoe protocollen aan patiënten moeten worden toegewezen.

Pagina Patiëntenoverzicht

De pagina Patiëntenoverzicht biedt toegang tot alle patiënten die eerder of momenteel door uw zorgteam(s) worden verzorgd. De patiënttabel op deze pagina geeft meer afgekorte informatie weer dan een startpagina: voornaam en achternaam, patiëntstatus, medisch dossiernummer, geboortedatum, mymobility ID, Persona IQ ID en EPD-status (als EPD-integratie is ingeschakeld). Als u de drie verticale bolletjes aan het einde van een patiëntrij selecteert, kunt u het mymobility-dossier van uw patiënt koppelen aan zijn of haar EPD, gegevens van de patiënt bekijken, of zijn of haar profielgegevens bewerken. (Voor meer informatie over wat er wordt weergegeven op de pagina Patiëntgegevens, gaat u naar sectie 6: Pagina Patiëntgegevens. De volgende bedieningselementen worden op de pagina Patiëntenoverzicht weergegeven:

  • Dashboard/Overzicht: Hiermee schakelt u tussen de weergave van het klinische dashboard en de pagina Patiëntenoverzicht.
  • Uitsluitend mijn patiënten: Hiermee kunt u alleen patiënten weergeven die onder de zorg van uw zorgteam(s) vallen.
  • Actief/Ontslagen/Alles: Gebruik dit filter om een selectie weer te geven van het patiëntenoverzicht door ‘Actief’ of ‘Ontslagen’ te selecteren. Selecteer ‘Alles’ om alle patiënten weer te geven.
  • EPD-status: Gebruik dit vervolgkeuzemenu om alleen patiënten weer te geven van wie het mymobility-dossier gekoppeld is aan hun EPD of alleen patiënten voor wie dat niet zo is.
  • Toevoegen vanuit EPD: Klik op deze knop om een nieuw patiëntprofiel aan te maken door de patiëntgegevens vanuit uw EPD te importeren.
  • Handmatig toevoegen: Klik op deze knop om een nieuw patiëntprofiel aan te maken. Zie voor meer informatie het gedeelte ‘Handmatig toevoegen’ hieronder.
  • Zoeken: Gebruik de zoekbalk om een patiënt te vinden in het patiëntenoverzicht door een van de volgende zoekcriteria te selecteren – Voornaam, Achternaam, medisch dossiernummer, mymobility ID, of Persona IQ ID.

Nieuw patiëntprofiel aanmaken:

    • Toevoegen met behulp van EPD-integratie: Om een nieuw patiëntprofiel toe te voegen met behulp van EPD-integratie, volgt u de onderstaande stappen:
      1. Klik op de pagina Patiëntenoverzicht op de knop ‘Toevoegen vanuit EPD’.
      2. Voer in het patiëntveld dat wordt weergegeven het medisch dossiernummervan de patiënt in en klik op ‘Patiënt zoeken’.
      3. Als er een overeenkomend medisch dossiernummer is in uw elektronische database met medische dossiers, dan wordt deze weergegeven en worden de patiëntnaam, medisch dossiernummer en geboortedatum getoond die u moet controleren.
      4. Verplichte demografische velden: Mobiel telefoonnummer, zorgteam en arts.
      5. Snelle inschrijving: Selecteer voor een snelle inschrijving ‘Dossier opslaan’ en u keert terug naar het patiëntenoverzicht.
      6. Volledige inschrijving: Selecteer voor een volledige inschrijving ‘Doorgaan’ en u gaat naar het patiëntprofiel. Zie ‘Een patiënt aanmaken’ hieronder voor de volledige vereisten voor inschrijving.

Handmatig toevoegen: Om een nieuw patiëntprofiel toe te voegen, volgt u de onderstaande stappen:

      1. Klik op de pagina Patiëntenoverzicht op de knop ‘Handmatig toevoegen’.
      2. Voeg op de pagina ‘Een patiënt toevoegen’ details in over de nieuwe patiënt:
        1. Voornaam, achternaam, geboortedatum, telefoonnummer, zorgteam en arts.
        2. Laat de patiënt de toestemmingszin lezen. De patiënt moet het vakje aanvinken waarmee hij/zij akkoord gaat.
        3. Opmerking: Als uw instelling op een andere manier toestemming van de patiënt verkrijgt, moet de taal hier dat weerspiegelen en hoeft de patiënt tijdens deze stap van de registratie geen toestemming te lezen en te geven. In dit geval bevestigt de klinische gebruiker dat er al toestemming van de patiënt is verkregen.
      3. Selecteer ‘Dossier opslaan’ om de patiënt snel in te schrijven en terug te keren naar de pagina Patiëntenoverzicht.
      4. Selecteer ‘Doorgaan’ om naar de profielpagina van de patiënt te gaan en voer onderstaande patiëntgegevens in:
        1. Vereiste demografische velden: voor- en achternaam, geslacht, geboortedatum, telefoonnummer, e-mailadres
        2. Vereiste medische velden: zorgteam, chirurg
        3. Verplicht veld Taal: Kies de voorkeurstaal van uw patiënt zodat e-mails en sms’jes voor de activering van zijn of haar account worden weergegeven in de voorkeurstaal. Het protocol en de app worden ook weergegeven in de voorkeurstaal, tenzij de patiënt dit zelf wijzigt. (Opmerking: Dit veld wordt alleen weergegeven voor accounts die meerdere talen ondersteunen. Als u een account heeft die meerdere talen niet ondersteunt, wordt dit veld niet weergegeven.)
        4. Optionele velden: Medisch dossiernummer, postcode, ingreep (opmerking: nadat een ingreep is geselecteerd, zijn Datum ingreep, Operatiezijde [gekozen zijde op basis van ingreep], Locatie procedure en Notities vereist)
  • Let op: wanneer u op de knop “Een protocol toewijzen” klikt, wordt u naar de pagina “Een protocol toewijzen” geleid, waar u een protocol en oefenniveau voor de patiënt kunt selecteren. Zie Sectie 8: Protocollen voor meer informatie.
  • Als u klaar bent met het invoeren van de patiëntgegevens in alle velden, klikt u op de knop “Patiënt aanmaken” in de rechterbenedenhoek van de pagina.
  • Als het patiëntprofiel is aangemaakt, wordt u weer naar de pagina Patiëntenoverzicht geleid en ziet u een bericht dat het is gelukt.
  • Let op: patiënten de worden ingeschreven in een klinische studie of een hybride locatie (commercieel en klinische studie gecombineerd) hebben extra verplichte velden:
    1. Alleen hybride: klinische studie (ja/nee)
    2. Studie ID(‘s)

Bestaande patiënt aan EPD koppelen:

U kunt het dossier van een bestaande patiënt in mymobility aan zijn of haar EPD koppelen.

  • Klik op de pagina Patiëntenoverzicht op de drie verticale bolletjes aan het einde van de rij van de patiënt en selecteer ‘Koppelen aan EPD’. Als het medisch dosssiernummer aanwezig is in het mymobility-dossier van de patiënt, wordt er automatisch naar EPD gezocht. Als het medisch dossiernummer niet aanwezig is, wordt u gevraagd het medisch dossiernummer in te voeren voordat u doorgaat.
  • Als er een overeenkomend dossier wordt geretourneerd, selecteert u ‘Profiel aan EPD koppelen’.
  • U selecteert uit een tabel welke profielelementen (indien aanwezig) u wilt importeren en overschrijven vanuit de EPD van de patiënt, waaronder: Voornaam, achternaam, geslacht, geboortedatum, mobiel telefoonnummer, e-mailadres en postcode.
  • Selecteer ‘Bevestigen’ om de koppeling te voltooien tussen het mymobility-profiel van de patiënt en terug te keren naar de pagina Patiëntenoverzicht.

Operatie toevoegen/bewerken: U kunt de operatie van een patiënt toevoegen of bewerken op de pagina Operatiedie u kunt openen via de pagina Patiëntrooster. Om een nieuwe operatie toe te voegen of te bewerken, volgt u de onderstaande stappen:

  • Klik op de pagina Patiëntrooster op de verticale ellips aan het einde van de rij van de patiënt en selecteer ‘Operaties beheren’, zodat u naar de pagina Operatie wordt geleid.
  • Om een operatie toe te voegen, klikt u op de knop ‘Operatie toevoegen’ in de rechterbovenhoek.
  • Om een bestaande operatie te bewerken, klikt u op de hyperlink ‘Bewerken’ in de tabel van de operatielijst voor de betreffende operatie.

Operatie Beëindigen:

U kunt een operatie Beëindigen op de pagina Operatie die u kunt openen via de pagina Patiëntrooster. Een patiënt zonder actieve operaties wordt beschouwd als ‘inactief’. Om een operatie te beëindigen, volgt u de onderstaande stappen:

  • Klik vanuit de pagina Patiëntrooster op de verticale ellips aan het einde van de rij van de patiënt in de tabel van het patiëntrooster en selecteer ‘Profiel beheren’.
  • In de verste kolom van de tabel van de operatielijst vindt u de optie om elke afzonderlijke operatie te beëindigen
  • Nadat u op ‘beëindigen,’ heeft geklikt, wordt u gevraagd om te bevestigen dat u die operatie wilt beëindigen.
  • Nadat u op de knop ‘Ja, beëindig’ heeft geklikt, laat het systeem u weten of de operatie is beëindigd
  • Opmerking: Behalve het bericht over het ontslaan van de patiënt verschijnt ook het woord ‘Beëindigd’ naast de naam van de patiënt op de profielpagina als één of meer zorgepisodes zijn beëindigd.

Procedure voor opnieuw opnemen: U kunt iedere ontslagen patiënt bekijken op de pagina Patiëntrooster door het filter ‘Ontslagen’ bovenaan de pagina te selecteren. Opmerking: Als u een patiënt opnieuw opneemt, gebeurt dit zonder een procedure, proceduredatum, procedurelocatie en toegewezen protocol. Zorg ervoor dat iemand die een patiënt opnieuw opneemt deze items tegelijkertijd ook opnieuw toewijst. Om de patiënt opnieuw op te nemen, volgt u de volgende stappen:

  • Klik op de pagina Patiëntrooster op de verticale ellips aan het einde van de rij van de patiënt en selecteer ‘ Ingrepen beheren, zodat u naar de pagina ‘Operatie’ wordt geleid.
  • Klik op de hyperlink ‘Opnieuw opnemen’ in de verste kolom in de tabel van de operatielijst voor de corresponderende operatie.
  • Er verschijnt vervolgens een venster waarin wordt gevraagd of u zeker weet dat u de operatie opnieuw wilt opnemen. Zo ja, klik op de knop ‘Ja, opnieuw opnemen’.
  • Nadat u op de knop ‘Ja, opnieuw opnemen’ heeft geklikt, verschijnt er een bericht waarin staat dat de operatie opnieuw is opgenomen
  • Het patiëntprofiel wordt weergegeven met het woord ‘Ontslagen’ bovenaan de pagina.

Patiëntprofiel bewerken:
Indien nodig kunt u een patiëntprofiel bewerken via de pagina Startpagina, Patiëntenoverzicht, of de pagina Zorgteams door op de profielkaart van de patiënt te klikken.

  • Klik vanuit de pagina Patiëntrooster op de verticale ellips aan het einde van de rij van de patiënt in de tabel van het patiëntrooster en selecteer ‘Profiel beheren’.
  • Klik op de pagina Zorgteams op de profielkaart van de patiënt. Klik vanuit de Startpagina, echter eerst op de profielkaartvan de patiënt, klik vervolgens op de drie verticale stippen naast de knop  ‘Geschiedenis’ en klik op de optie ‘Profiel beheren’.
  • De pagina Patiëntprofiel  verschijnt, waar u alle demografische informatie van de patiëntbij kunt werken.
  • Als u klaar bent met het bewerken van het profiel, klik dan op de knop “Opslaan” in de rechter benedenhoek.

Patiëntprotocollen:

 Bij het toewijzen van een protocol verschijnen alle beschikbare protocollen op de pagina Protocol toewijzen. Deze pagina kunt u vanuit de pagina Operatie openen. Raadpleeg voor meer informatie over protocollen paragraaf 8: Protocollen.

  • Een protocol toewijzen: Patiëntprotocollen worden in eerste instantie toegewezen bij het toevoegen van een procedure, maar u kunt een protocol achteraf bewerken. Volg onderstaande instructies voor het toewijzen van een protocol:
    1.  Controleer op de pagina Operatie of de volgende informatie is ingevoerd voordat u een protocol toewijst:
      1. Procedure
      2. Operatiezijde (zijde van ingreep)
      3. Operatie Datum
      4. Locatie van de operatie
    2. Zodra alle bovenstaande informatie aan het profiel is toegevoegd, wordt de knop “Een protocol toewijzen” ingeschakeld, zodat u erop kunt klikken.
    3. U wordt doorverwezen naar de pagina Een protocol toewijzen, waar u alle beschikbare protocolopties zult zien.
    4. Binnen elk protocol kunt u een niveau selecteren voor de oefeningen. De niveauopties zijn niveau 1 of niveau 2. Dit bepaalt welke oefeningen in het protocol aan de patiënt worden toegewezen. U hebt ook de mogelijkheid om oefeningen te verwijderen door Geen oefeningen te kiezen in de vervolgkeuzelijst. Als u niet zeker weet welke oefeningen in een protocol staan, kunt u een voorbeeld van het protocol bekijken.
    5. U kunt tevens alle voorlichting in- of uitschakelen. Voorlichting is voor alle protocollen automatisch ingeschakeld. Als u niet zeker weet welke voorlichting in een protocol is opgenomen, kunt u het protocol inzien.
    6. U wordt teruggestuurd naar de pagina Patiëntprofiel, waar u op de knop “Opslaan” kunt klikken om de protocolselectie op te slaan.
    7.  U gaat terug naar de pagina Operatie waar u op de knop “Opslaan” kunt klikken om de protocolselectie op te slaan.
  • Een protocol wijzigen: U kunt het protocol van een patiëntvanaf de volgende locaties aanpassen: Pagina Operatie of Patiëntgegevens– tabblad Protocol.

Patiëntgegevens

De pagina Patiëntgegevens bevat een overzicht van zorgpad-specifieke informatie over de patiënt, waaronder de voortgang, het protocol, berichten, beoordelingen en een algehele geschiedenis van activiteiten gerelateerd aan de patiënt.  Op de pagina Patiëntgegevens vindt u meerdere secties met de volgende gedetailleerde patiëntgegevens:

Lay-out van patiëntgegevenspagina:
het patiëntoverzicht biedt een statistisch gedeelte van de basisinformatie over de patiënt op de pagina met patiëntgegevens. De informatie in deze overzichtsbalk in de koptekst bevat basisgegevens van de patiënt, de meest recente locatie, de ingreep, de operatiezijde, het zorgteam, het toegewezen protocol en niveau, en een vlagpictogram waarmee wordt aangegeven dat het profiel van de patiënt aandacht vereist.

  • Koptekst zorgepisode: bevindt zich boven het patiëntoverzicht en geeft de naam van de operatie, lateraliteit en de datum van de operatie. Als er meer dan één zorgpad aanwezig is voor een patiënt (zowel actieve als beëindigede zorgpaden), wordt de koptekst een vervolgkeuzemenu waarmee u tussen zorgpaden kunt wisselen.
  • Patiëntoverzicht: biedt een statisch gedeelte met basispatiëntinformatie op de pagina Patiëntgegevens. De informatie die beschikbaar is in deze samenvattingsbalk in de koptekst omvat de demografische basisinformatie van de patiënt, de procedure, de operatiezijde, het zorgteam, het toegewezen protocol en niveau, en een vlagpictogram dat aangeeft dat aandacht nodig is in het profiel van een patiënt.
  • Patiëntinformatie: de demografische basisinformatie van de patiënt (d.w.z. profielfoto, naam, leeftijd, geslacht) en het zorgnummer worden weergegeven in de overzichtsbalk.
  • Apple Watch-pictogram: als de patiënt Apple Watch gebruikt of heeft gebruikt als onderdeel van het mymobility-programma, staat er een horloge-pictogram in de linkerbenedenhoek van de profielfoto van de patiënt.
  • Pictogram van klembord: Als het klembord een tint rood of geel heeft, heeft de specifieke episode van de patiënt open klinische taken (donkerrood = onbevestigd urgent, donkergeel = onbevestigd niet-urgent lichtrood = in uitvoering urgent, lichtgeel = in uitvoering niet-urgent). Door op het symbool te klikken, verschijnt er een widget met een overzicht van deze openstaande taken. De volgende acties kunnen vanuit de widget worden uitgevoerd:
    1. Een taak bevestigen
    2. Een opmerking toevoegen aan een taak
    3. Een nieuwe opdracht maken (brengt u naar een nieuwe pagina)
    4. Een openstaande taak oplossen (brengt u naar een pagina)
    5. Een bestaande taak bewerken (brengt u naar een nieuwe pagina)
  • Locatie: de locatie en het gebruik van de patiënt worden weergegeven in de overzichtsbalk. Deze informatie geeft de locatie van een postoperatieve patiënt weer, door hem / haar gerapporteerd in de mobiele app. Vóór de operatie wordt de locatie weergegeven als de locatie van de operatie (d.w.z. ziekenhuis of behandelcentrum), gekozen door de zorgverlener bij het inschrijven van de patiënt. Na de operatie wordt de locatie weergegeven als de laatst gerapporteerde. Naast de locatie in de overzichtsbalk is er een ellipsenpictogram dat u, wanneer erop wordt geklikt, naar een aparte pagina met de naam Dispositie brengt. Deze pagina bevat twee tabellen met informatie over de zelfgerapporteerde locatie van de patiënt en sessies fysiotherapie / thuiszorg. Het volgende is de informatie in beide tabellen:
    1. De locatietabel toont de postoperatieve locaties van een patiënt. Het bevat ook de datum waarop een patiënt op een locatie is begonnen, de locatie van de patiënt en het aantal dagen dat een patiënt op die locatie was. De mogelijke locatieopties kunnen een van de volgende zijn:
      1. Ziekenhuis: Bij het inschrijven van een patiënt kan een zorgverlener kiezen of de patiënt geopereerd gaat worden in een ziekenhuis of operatiecentrum. Dit wordt weergegeven als de locatie van de patiënt totdat de patiënt meldt dat hij/zij ergens anders is.
      2. Behandelcentrum: bij het inschrijven van een patiënt kan een zorgverlener kiezen of de patiënt een operatie zal ondergaan in een ziekenhuis of behandelcentrum. Dit wordt weergegeven als de locatie van de patiënt totdat de patiënt meldt dat hij/zij ergens anders is.
      3. Verzorging-/Verpleeghuis: Een zorginstelling waar een patiënt overnacht en intern therapie blijft ontvangen.
      4. Thuis: de patiënt heeft gemeld dat hij/zij thuis herstelt. Wanneer patiënten thuis zijn, kunnen ze hun gebruik melden dat in de tabel Fysiotherapie op deze pagina zal verschijnen.
      5. SEH: De patiënt heeft gemeld dat hij/zij een bezoek heeft gebracht aan de eerste hulp of de afdeling spoedeisende hulp.
      6. Ziekenhuis opnieuw opgenomen: De patiënt heeft gemeld dat hij/zij in een ziekenhuis is opgenomen.
      7. Spoedeisende hulp: de patiënt heeft gemeld een spoedeisende hulp te hebben bezocht.
    2. De tabel Fysiotherapie toont het aantal therapiesessies dat een patiënt heeft opgenomen sinds hij/zij naar huis terugkeerde. Het maakt onderscheid tussen het aantal poliklinische sessies en het aantal thuis sessies, beide gerapporteerd door de patiënt via de mymobility-app.
  • Vlagpictogram: als er een rood of geel vlagpictogram in de rechterbovenhoek van de overzichtsbalk verschijnt, wordt zorgverleners gewaarschuwd dat iets in het patiëntprofiel aandacht nodig heeft. U kunt hier een vlag op het profiel van een patiënt of op de kaart van de patiënt op de startpagina toevoegen of wijzigen. Let op: u moet ook een notitie opnemen bij het wijzigen van een vlagprioriteitsniveau. Volg onderstaande instructies om de vlagprioriteit te wijzigen:
    • Klik op het vlagpictogram om een ​​vlag toe te voegen of te wijzigen.
    • Als er al een vlag is geselecteerd, kunt u de bijgevoegde notitie lezen, wie de notitie heeft geschreven, en zien wanneer deze is toegevoegd, door op de vlag te klikken.
    • Als u een vlag moet toevoegen, selecteert u het prioriteitsniveau voor de vlag (d.w.z. rood = hoog; geel = gemiddeld; transparent = geen vlag).
    • Zodra u het vlagprioriteitsniveau hebt gekozen, moet u een notitie toevoegen.
    • Klik op “Opslaan” wanneer u klaar bent met het toevoegen van de notitie.
    • Let op: alle vlagwijzigingen en bijbehorende notities kunnen later in de geschiedenis van de patiënt worden bekeken op het tabblad ‘Geschiedenis’.
  • Tabbladenbalk: Onder de balk Patiëntoverzicht vindt u een reeks tabbladen. Elk tabblad bevat gedetailleerde, patiëntspecifieke informatie. De categorieën op de tabbladen zijn VoortgangProtocolBerichtenBeoordelingen en Geschiedenis. Er kan er slechts één tabblad tegelijk worden geselecteerd. Zie de onderstaande secties voor meer informatie over wat op elk tabblad is opgenomen.
  • Notities: klik op dit vervolgkeuzemenu om een ​​van de volgende opties te kiezen:
    1. Bekijk alle statistieken: Klik hier om de volledige geschiedenis van de patiëntstatistieken te bekijken.
    2. Profiel bewerken: klik hier om het profiel van de patiënt op de pagina Patiëntprofiel te bewerken. Zie Sectie 5: Patiënten voor meer informatie over het bewerken van het profiel van de patiënt.
    3. Genereer rapport: Klik hier om een ​​patiëntendossier te genereren.
    4. Ontslagpatiënt: Klik hier om een ​​patiënt te ontslaan. Voor meer informatie over het ontslaan van een patiënt, zie rubriek 5: Patiënten.
    5. Weergavegeschiedenis: Klik hier voor een lijst met acties die door zorgteamleden zijn uitgevoerd met betrekking tot een patiënt. De datum en het tijdstip waarop het item heeft plaatsgevonden, worden gedocumenteerd. Standaard worden de items in oplopende volgorde weergegeven (dus nieuwste bovenaan en oudste onderaan).
    6. Klinische taken: Klik hier om de pagina Klinische taak te openen
  • Notitiepictogram: Klik op het notitiepictogram om alle notities te bekijken die aan het profiel van de patiënt zijn gekoppeld of om een ​​nieuwe notitie toe te voegen. Volg de onderstaande instructies om een ​​opmerking toe te voegen:
    1. Klik op het notitiepictogram.
    2. Klik in het pop-upvenster op “Een notitie toevoegen” in de rechterbovenhoek.
    3. Voer in het veld “Notitie” uw notitie in. Er is geen tekenlimiet voor het invoeren van een notitie. Als u klaar bent, klikt u op ‘Verzenden’.
    4. De notitie wordt toegevoegd aan het profiel van de patiënt. Let op: u kunt ook alle profielnotities bekijken onder het tabblad “Geschiedenis”. Zie hieronder voor meer informatie over het tabblad “Geschiedenis”.

Voortgangstabblad:
op dit tabblad worden kaarten weergegeven met de statistieken van de patiënt. Elke kaart heeft drie informatieve secties: statistieken, grafieken en informatie. Statistieken worden altijd standaard weergegeven, maar u kunt elke kaart uitbreiden door op het kaartpictogram onder aan elke kaart te klikken om de afgelopen 2 weken informatie voor die statistiek per dag weer te geven. Klik voor meer informatie over elke kaart op het vraagtekenpictogram in de rechterbovenhoek. Let op: 1.) Op elke kaart staat informatie voor en na de operatie, afhankelijk van waar de patiënt zich in de zorgperiode bevindt. 2.) De volgende statistieken worden verkregen via het mobiele apparaat van de patiënt en zijn niet gecontroleerd op nauwkeurigheid: stappen, staanuren, trappen, hartslag (rust-hartslag frequentie en wandel hartslag frequentie) en hartslagvariatie. Deze statistieken zijn gebaseerd op de gegevens van een Apple Watch, iPhone of Android apparaat, dat geen apparaten van medische kwaliteit zijn. Hieronder vindt u meer gedetailleerde informatie over elke statistiek:

  • Loopsnelheid: Geeft een interactieve, historische grafiek van de dagelijkse gemiddelde loopsnelheid van de patiënt weer. Als u de cursor langs de grafiek beweegt, wordt de specifieke gemiddelde loopsnelheid van elke dag weergegeven in de grafiek. De algehele gemiddelden voor en na de operatie worden boven in de kaart weergegeven. Onderaan kunt u drie opties voor tijdsperioden selecteren. Als de operatie binnen de geselecteerde periode valt, geven een verticale lijn en een label deze dag aan in de grafiek.Opmerking: Wandelsnelheidvoorspellingen, uitzonderingen en herstelcurves worden niet weergegeven als een patiënt een tweede zorgepisode toegewezen heeft gekregen.
    • 1 week (1W)
      1. Toont de gemiddelde loopsnelheden van de patiënt in de afgelopen 7 dagen.
    • 1 maand (1M)
      1. Toont de gemiddelde loopsnelheden van de patiënt in de afgelopen 30 dagen.
    • 3 maanden (3M)
      1. Toont de gemiddelde loopsnelheden van de patiënt in de afgelopen 90 dagen.
  • WalkAI™ voortgang van de patiënt: U kunt de voortgang van deze patiënt bekijken voor elke statistiek, bijv. wandelsessies, stappen of voorspelde wandelsnelheid op dag 90. Met de schakelaar kunt u de functie voor uw patiënt in- of uitschakelen. Opmerking: Hiermee wordt alleen de mogelijkheid om de WalkAI™ voortgang in de mymobility app in te zien van deze specifieke patiënt veranderd. Opmerking: De hier weergegeven en voor patiënten zichtbare voortgang is gebaseerd op de rangorde van de patiënt voor de specifieke statistiek in het cohort van de patiënt. Cohorten zijn gebaseerd op operatie, leeftijdsgroep, BMI-groep en geslacht. Patiënten krijgen de volgende disclaimers te zien in mymobility.
  1. Patiënten die ‘hoog’ scoren
    1. als u merkt dat de pijn of zwelling toeneemt, kan het zijn dat u sommige dagelijkse activiteiten te veel doet.
    2. Het is belangrijk dat u uw instructies in mymobility en alle andere instructies van uw chirurg en zorgteam opvolgt.
  2. Patiënten die ‘laag’ scoren
    1. langzame en gestage verbeteringen ondersteunen een gezonde voortgang. De voortgang van elke patiënt is anders. Het succes van uw herstel is niet alleen gebaseerd op deze statistieken.
    2. Als u uw wandel- of stappendoel niet haalt, dan kunt u dit met uw zorgteam bespreken.
  3. Patiënten die ‘op schema’ zijn
    1. de voortgang van elke patiënt is anders.
    2. Het is belangrijk dat u uw instructies in mymobility en alle andere instructies van uw chirurg en zorgteam opvolgt.
  • Dubbel ondersteunings-percentage: Geeft een interactieve, historische grafiek met het dagelijkse gemiddelde percentage voor dubbele ondersteuning van de patiënt weer. Dit geeft het gemiddelde percentage weer van de tijd waarin beide voeten van een patiënt de grond raken tijdens de loopcyclus. Als u de cursor langs de grafiek beweegt, wordt het specifieke gemiddelde percentage voor dubbele ondersteuning van elke dag weergegeven in de grafiek. De algehele gemiddelden voor en na de operatie worden boven in de kaart weergegeven. Onderaan kunt u drie opties voor tijdsperioden selecteren. Als de operatie binnen de geselecteerde periode valt, geven een verticale lijn en een label deze dag aan in de grafiek.
    • 1 week (1W)
      1. Toont het gemiddelde percentage voor dubbele ondersteuning van de patiënt in de afgelopen 7 dagen.
    • 1 maand (1M)
      1. Toont het gemiddelde percentage voor dubbele ondersteuning van de patiënt in de afgelopen 30 dagen.
    • 3 maanden (3M)
      1. Toont het gemiddelde percentage voor dubbele ondersteuning van de patiënt in de afgelopen 90 dagen.
  • Pijn: Geeft een interactieve grafiek van de pijnscores van de patiënt weer. De ononderbroken lijn geeft een benadering van de trends gedurende het geselecteerde tijdvenster weer, terwijl de stippen de exact gemelde pijnscores op de betreffende dag weergeven. Houd de cursor over een gegevenspunt om de datum en de gemelde pijnscore weer te geven. Als de datum van de operatie binnen de momenteel weergegeven tijdsperiode valt, wordt dit als een ononderbroken verticale lijn weergegeven. Wissel tussen 2 tijdvensters, zorgepisoden en de afgelopen 30 dagen door op de knoppen bovenaan de kaart te klikken. Door op het kaartpictogram te klikken, wordt het gedeelte uitgebreid en worden de laatste 14 pijnscores weergegeven, beginnend bij de recentste. Met de knoppen onderaan wisselt u tussen pijnscores en het gemelde medicatiegebruik.
  • Oefeningen: geeft het voltooiingspercentage van een patiënt weer. De berekening: totaal aantal herhaalde (gerapporteerde) herhalingen per patiënt gedeeld door het totale aantal herhalingen dat aan de patiënt is toegewezen (tot op heden). Het weergegeven percentage wordt afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal. Houd rekening met de volgende items met betrekking tot de trainingsgegevens:
    1. Als u op het kaartpictogram klikt, wordt de sectie uitgevouwen die u naar het protocoltabblad van de patiënt leidt voor een dagelijkse beschrijving van de voltooiing van de oefeningen van een patiënt.
    2. Tijdens de pre-operatieve periode zijn de volgende statistieken beschikbaar:
      1. Alle dagen: Deze oefeningsring wordt weergegeven met een nummer en kleur, en een percentage binnen de voortgangsring. Het percentage vertegenwoordigt de voltooiing van de oefeningen van de patiënt voor alle beschikbare dagen tot nu toe.
      2. Afgelopen 3 dagen: deze ring toont de voltooiing van de oefeningen van de afgelopen 3 dagen.
      3. Moeilijkheidsgraad: na elke oefeningen beoordeelt de patiënt de moeilijkheidsgraad van de oefening. De moeilijkheidsgraad is als volgt: 2 = Veel te gemakkelijk; 1 = een beetje makkelijk; 0 = Precies goed; -1 = Een beetje moeilijk; -2 = Veel te moeilijk. Dit is de gemiddelde beoordeling die onder beide ringen wordt weergegeven.
      4. *Let op: erwijl de ring voor de oefeningen Alle dagen voor de operatie ook postoperatief wordt weergegeven, worden de andere ringen en oefeningsproblemen na de dag van de operatie van de patiënt gereset.
    3. Tijdens de postoperatieve periode zijn de volgende statistieken beschikbaar:
      1. Pre-operatief: de ring vóór de operatie geeft de voltooiing van de oefeningen van de patiënt tijdens deze periode weer, evenals de gemiddelde moeilijkheidsgraad van de patiënt tijdens de pre-chirurgische periode.
      2. Postoperatieve, laatste 2 weken: op deze ring wordt het voltooiingspercentage van de oefeningen van de afgelopen 2 weken weergegeven. Een gemiddelde moeilijkheidsgraad voor de afgelopen 2 weken wordt ook weergegeven met een kleur die daarmee overeenkomt.
      3. Postoperatief, laatste 3 dagen: deze ring geeft hetvoltooiingspercentage van de oefeningen van de afgelopen 3 dagen weer.
      4. Moeilijkheidsgraad: na elke oefeningen beoordeelt de patiënt de moeilijkheidsgraad van de oefening. Het gemiddelde van deze beoordeling voor de weergegeven tijdsperiode wordt weergegeven onder beide ringen.
  • Voorlichting: geeft het voltooiingspercentage van de patiënt weer. De berekening: Totaal aantal voorlichtingsitems dat is ‘voltooid’ (geopend) door een patiënt gedeeld door het totale aantal voorlichtingsitems dat aan een patiënt is toegewezen. Let op: deze waarden worden gereset zodra de patiënt van pre- naar postoperatief overschakelt. Houd rekening met de volgende items met betrekking tot de onderwijsgegevens:
    1. Als u op het kaartpictogram klikt, wordt de sectie uitgevouwen die u naar het protocoltabblad van de patiënt leidt voor een dagelijkse beschrijving van de voltooiing van de voorlichting van een patiënt.
    2. Tijdens de pre-operatieve periode:
      1. Alle dagen: Deze voltooiingsring voor voorlichting geeft een percentage weer binnen de voortgangsring voor alle beschikbare dagen van toegewezen voorlichting.
      2. Laatste 3 dagen: deze voltooiingsring geeft het voltooiingspercentage van de afgelopen 3 dagen weer.
    3. Tijdens de postoperatieve periode:
      1. Pre-operatief: De pre-chirurgische ring geeft het voltooiingspercentage van de patiënt tijdens deze periode weer door een percentage weer te geven binnen de voortgangsring.
      2. Postoperatief, laatste 2 weken: op deze ring voor de oefeningen wordt het voltooiingspercentage van de voorlichting van de afgelopen 2 weken weergegeven.
      3. Postoperatief, laatste 3 dagen: deze ring voor de oefeningen geeft het voltooiingspercentage van de voorlichting voor de afgelopen 3 dagen weer.
  • Stappen: geeft het gemiddelde aantal stappen gedurende een bepaalde periode weer, met gegevens die zijn opgehaald uit Apple HealthKit en Google Fit. Let op: Vandaag wordt niet meegeteld in de berekeningen omdat alleen hele dagen meegerekend worden in de berekeningen. Houd rekening met de volgende items met betrekking tot de Stappen-gegevens:
    1. Als u op het kaartpictogram klikt, wordt een grafiek weergegeven met de laatste twee weken (14 dagen) van de stappengegevens van een patiënt, te beginnen met de laatste volledige dag.
    2. Tijdens de pre-operatieve periode:
      1. Alle dagen: geeft een totale gemiddelde van het aantal stappen weer van alle beschikbare dagen vóór de operatie.
      2. Afgelopen 5 dagen: Geeft een gemiddelde van het aantal stappen weer van de afgelopen 5 dagen. Let op: als de patiënt minder dan 5 dagen aan gegevens heeft, wordt er gerapporteerd op basis van het aantal beschikbare dagen.
    3. Tijdens de postoperatieve periode:
      1. Pre-operatief: het totale aantal stappen dat tijdens de pre-operatieve periode is genomen, wordt als gemiddelde per dag over de pre-operatieperiode weergegeven.
      2. Postoperatief, laatste 2 weken: Geeft een gemiddelde per dag van de stappentelling weer van de afgelopen 2 weken. Let op: als er minder dan 14 dagen beschikbaar zijn, wordt het gemiddelde weergegeven met het aantal beschikbare dagen.
      3. Postoperatief, laatste 5 dagen: Geeft een stappenteller gemiddelde weer van de afgelopen 5 dagen.
  • Staan: Toont het aantal uren dat een patiënt minstens één keer per uur heeft gestaan, gemiddeld genomen over de dag. Staangegevens zijn alleen beschikbaar voor patiënten die Apple Watch gebruiken. Let op: Vandaag wordt niet meegeteld in de berekeningen omdat alleen hele dagen meegerekend worden in de berekeningen. Als er geen staantijdstatistieken beschikbaar zijn, zal een streepje het nummer vervangen. Houd rekening met de volgende items met betrekking tot de staangegevens:
    1. Als u op het kaartpictogram klikt, wordt een grafiek weergegeven met de laatste twee weken (14 dagen) van de staangegevens van een patiënt, te beginnen met de laatste volledige dag.
    2. Tijdens de pre-operatieve periode:
      1. Alle dagen: geeft een getal weer dat de gemiddelde staanuren per dag voor alle beschikbare dagen weergeeft.
      2. Afgelopen vijf dagen: geeft een getal weer dat het permanente gemiddelde van de patiënt voor de afgelopen vijf dagen weergeeft. Let op: als de patiënt minder dan 5 dagen aan gegevens heeft, wordt het gemiddelde gerapporteerd op basis van het aantal beschikbare dagen.
    3. Tijdens de postoperatieve periode:
      1. Pre-operatief: geeft het gemiddelde aantal staan-uren weer voor alle dagen dat beschikbaar is tijdens de pre-operatieve periode.
      2. Postoperatief, laatste 2 weken: geeft een getal weer dat het staande gemiddelde van de patiënt over de afgelopen 2 weken weergeeft.
      3.  Postoperatief, afgelopen 5 dagen: geeft een getal weer dat het gemiddelde van de patiënt voor de afgelopen 5 dagen vertegenwoordigt.
  • Trappen: Geeft het gemiddelde aantal verdiepingen per dag weer, berekend op basis van een hoogte van ongeveer 3 meter. Traplopen is alleen beschikbaar voor patiënten die een iPhone gebruiken. Houd rekening met de volgende items met betrekking tot de trapgegevens:
    1. Als u op het kaartpictogram klikt, wordt een kaart weergegeven met de laatste twee weken (14 dagen) van de trappengegevens van een patiënt, beginnend met de vorige volledige dag.
    2. Tijdens de pre-operatieve periode:
      1. Alle dagen: toont het gemiddeld aantal beklommen trappen voor alle beschikbare dagen.
      2. Afgelopen 5 dagen: Geeft het gemiddeld aantal trappen weer dat de afgelopen 5 dagen is beklommen.
    3. Tijdens de postoperatieve periode:
      1. Pre-operatief: geeft het gemiddeld aantal trappen weer dat is beklommen tijdens alle beschikbare pre-operatieve dagen.
      2. Postoperatief, laatste 2 weken: geeft het gemiddelde aantal trappen weer dat de afgelopen 2 weken is beklommen.
      3. Postoperatief, afgelopen 5 dagen: geeft het gemiddelde aantal trappen weer dat de afgelopen 5 dagen is beklommen.
  • Hartslag: geeft de gemiddelde rust- hartslag frequentie van de patiënt (slagen per minuut) en de gemiddelde loop- hartslag frequentie gedurende een bepaald aantal dagen weer. De gegevens over de hartslag komen uit Apple HealthKit. Hartslag is alleen beschikbaar voor patiënten die een iPhone gebruiken. Houd rekening met de volgende items met betrekking tot de hartslaggegevens:
    1. De hartslaggegevens worden weergegeven in een staafdiagram met een balk voor zowel de rust- als de wandel hartslag frequentie. Let op: de grafieknummers kunnen alleen tussen 0 en 150 worden weergegeven. Als het aantal hoger is dan 150, wordt de grafiek maximaal weergegeven, maar het nummer wordt nog steeds weergegeven.
    2. Als u op het kaartpictogram klikt, wordt een grafiek weergegeven met de laatste twee weken (14 dagen) van de rust- hartslag frequentie en wandel hartslag frequentie gegevens van een patiënt, te beginnen met de vorige volledige dag.
    3. Tijdens de pre-operatie periode:
      1. Alle dagen: geeft een getal weer voor zowel het rust- als het wandel hartslag frequentie gemiddelde voor alle beschikbare dagen.
      2. Afgelopen 5 dagen: Geeft een getal weer voor zowel het rust- als het wandel- hartslag frequentie gemiddelde van de afgelopen 5 dagen.
    4. Tijdens de postoperatieve periode:
      1. Pre-operatief: Geeft een getal weer voor zowel het rust- als het wandel hartslag frequentie gemiddelde tijdens alle beschikbare dagen vóór de operatie.
      2. Postoperatief, laatste 2 weken: Geeft een getal weer voor zowel het rust- als het wandel hartslag frequentie-gemiddelde van de afgelopen 2 weken.
      3. Postoperatief, laatste 5 dagen: Geeft een getal weer voor zowel het rust- als het wandel hartslag frequentie gemiddelde van de afgelopen 5 dagen.
  • Hartslagvariatie: geeft de hartslagvariatie van de patiënt weer gedurende een bepaald aantal dagen. De hartslaggegevens zijn afkomstig van Apple HealthKit. Hartslagvariabiliteit is alleen beschikbaar voor patiënten die een iPhone gebruiken. Houd rekening met de volgende items met betrekking tot de gegevens van de hartslagvariatie:
    1. Als u op het kaartpictogram klikt, wordt een grafiek weergegeven met de afgelopen twee weken (14 dagen) van de gegevens van de hartslagvariaties van een patiënt, te beginnen met de vorige volledige dag.
    2. Tijdens de pre-operatieve periode:
      1. Alle dagen: geeft een getal weer voor het gemiddelde van de hartslagvariatie voor alle beschikbare dagen.
      2. Afgelopen 5 dagen: Geeft een getal weer voor het gemiddelde van de hartslagvariatie van de afgelopen 5 dagen.
    3. Tijdens de postoperatieve periode:
      1. Pre-operatief: Geeft een getal weer voor het gemiddelde van de hartslagvariatie tijdens alle beschikbare dagen vóór de operatie.
      2. Postoperatief, laatste 2 weken: geeft een getal weer voor het gemiddelde van de hartslagvariatie van de afgelopen 2 weken.
      3. Postoperatief, laatste 5 dagen: geeft een getal weer voor het gemiddelde van de hartslagvariatie van de afgelopen 5 dagen.
  • Apple Watch: Als de patiënt een Apple Watch heeft gekoppeld, worden statistieken weergegeven met betrekking tot hoe vaak de patiënt het horloge draagt en moeten deze gegevens bij het bekijken van andere statistieken in overweging worden genomen. Het wordt aangeraden dat de patiënt minimaal 8 uur per dag en 4 dagen per week het horloge draagt, zodat het zorgteam profijt heeft van de statistieken. Houd rekening met de volgende statistieken die gerelateerd zijn aan het dragen van de Apple Watch:
    • Als u op het grafiekpictogram klikt, wordt er een geschiedenis weergegeven van hoe vaak de patiënt op weekbasis het horloge draagt. Naast de weken waarin de patiënt het beoogde draagdoel heeft behaald, zoals hierboven vermeld, wordt een groen vinkje weergegeven. Elke week gaat op zondag in.
    • Per dag: Het gemiddelde aantal uur per dag dat de patiënt de Apple Watch draagt.
    • Per week: Het gemiddelde aantal dagen per week dat de patiënt de Apple Watch draagt.
    • Doel behaald: De berekening voor ‘doel behaald’ begint zodra de patiënt de Apple Watch verbindt en de datum binnen 20 dagen voorafgaand aan de ingreep ligt. In deze statistiek wordt het aantal weken weergegeven dat de patiënt zijn/haar doel heeft behaald ten opzichte van het aantal weken dat de patiënt zijn/haar doel niet heeft behaald.
    • *Opmerking: alleen volledige weken worden meegerekend. De dag waarop de ingreep plaatsvindt wordt niet meegerekend en daarom wordt de week voorafgaand aan de ingreep niet meegerekend.

Tabblad Uitzonderingen:
Op dit tabblad kan de gebruiker de drempeluitzonderingen voor de patiënt weergeven en beheren. Uitzonderingen worden automatisch gedetecteerd door het systeem op basis van de gezondheidsgegevens die zijn ontvangen vanaf het apparaat van de patiënt. Een uitzondering kan zich op slechts één dag voordoen of open blijven staan gedurende meerdere dagen op basis van trends in de lichamelijke activiteit van de patiënt. Uitzonderingen hebben altijd een type (of de ’trigger’) voor de gedetecteerde uitzondering, de datum waarop de uitzondering is gedetecteerd, de vereiste reactie van de patiënt op de tussentijdse controle of, in het geval van uitgeschakelde uitzonderingen, de reden waarom de zorgteamleden de actie hebben uitgevoerd, en de huidige status. Opmerking: Elke uitzondering met doorlopende gegevens van meerdere dagen kan worden uitgevouwen door op de pijlomlaag te klikken. Hiermee worden elke dag van de uitzonderingsperiode en de relevante meetwaarde waarvoor de uitzondering is geactiveerd, weergegeven. De gegevens op dit tabblad zijn verdeeld over de volgende gedeelten:

  • Actief
    • De huidige actieve uitzonderingen die zijn gedetecteerd voor de patiënt. Een actieve uitzondering is een nieuwe of doorlopende uitzondering die momenteel is gemarkeerd in de kaart van de patiënt.
    • De volgende acties kunnen worden uitgevoerd op uitzonderingen in deze weergave:
      1. Bericht: stuur de patiënt rechtstreeks een bericht. Dit bericht zal in de normale berichtenthread van zowel de patiënt als alle leden van het zorgteam worden weergegeven.
      2. Uitstellen: tijdelijk markeringen stoppen voor het zorgteam, zodat de patiënt een kans heeft om de uitzondering op te lossen. Als de patiënt de uitzondering niet oplost binnen de geselecteerde tijdsperiode, wordt de uitzondering opnieuw gemarkeerd nadat de periode is verstreken.
        • Beschikbare uitstelperioden
          • 3 dagen
          • 1 week
          • 10 dagen
          • 2 weken
      3. Uitschakelen: permanent de detectie en markering van dit type uitzondering voor de patiënt stoppen. Opmerking: u moet commentaar toevoegen wanneer u deze actie uitvoert.
  • Uitgesteld
    • Uitzonderingen die tijdelijk zijn uitgesteld door een zorgteamlid. Nadat het uitstelvenster is verlopen en de uitzondering niet is opgelost, wordt deze weer verplaatst naar het gedeelte Actieve uitzonderingen. De datum waarop de uitstelperiode verloopt, wordt weergegeven bij elke uitzondering in dit gedeelte.
  • Uitgeschakeld
    • Wanneer een zorgteamlid permanent de detectie en markering van een type uitzondering uitschakelt voor de patiënt, is dat hier zichtbaar. De uitschakelingen bevatten een verplichte notitie van het zorgteamlid dat de uitschakeling heeft uitgevoerd. In dit gedeelte kunt u ook het type uitzondering inschakelen zodat het systeem voortaan de patiëntgegevens voor dit type uitzondering kan controleren.
  • Geschiedenis
    • Eerdere uitzonderingen worden weergegeven in dit gedeelte. Wanneer een patiënt een uitzondering oplost, wordt die uitzondering met alle relevante gegevens verplaatst naar het gedeelte met de geschiedenis.
  • *OPMERKING: U kunt in Mijn profiel instellen dat u e-mailmeldingen ontvangt als er door één van uw patiënten een nieuwe uitzondering is gemaakt, of dat u een geplande e-mail met een overzicht van het aantal huidige actieve uitzonderingen, ingedeeld per uitzonderingscategorie, ontvangt van alle patiënten die onder uw zorgteam(s) vallen.

Protocoltabblad:

Als u hier klikt, wordt het protocol dat is toegewezen aan de patiënt weergegeven, als er één beschikbaar is. Als een operatie beëndigd isbeëindigd, geeft het tabblad “Protocol” het laatst toegewezen protocol weer. Hieronder wordt uitgelegd hoe u door dit tabblad kunt navigeren en het effectief kunt gebruiken:

Knop protocol wijzigen: Met deze knop kunt u het huidige protocol van de patiënt bewerken door de intensiteit van de oefeningen te wijzigen of voorlichting in- of uit te schakelen.

  • indeling van protocoltabblad: het huidige, toegewezen protocol en niveau van de patiënt kan in tabelformaat worden bekeken. De tabel bevat de volgende kolommen:
    1. Dag → De dag van het protocol (bijv. -30, -25, +5, +11 etc.).
    2. Datum → De datum waarop die protocolgebeurtenis is toegewezen om te worden voltooid. Opmerking: Als patiënten toegewezen educatie en  beoordelingsitems niet voltooien op de dagen dat ze moeten worden voltooid, kunnen ze deze later voltooien. Oefenitems zijn niet beschikbaar om te worden voltooid op dagen nadat ze zijn vervallen.
    3. Voltooid → Geeft de voltooiing van elk protocolitem aan. Afhankelijk van de volgende activiteiten verschijnt er een andere indicator:
      1. Vinkje: Voorlichtingsitems en enquêtes die zijn voltooid op de toegewezen datum.
      2. Aantal dagen te laat: Educatie items en beoordelingen die te laat zijn voltooid.
      3. Gemist: Oefeningen die niet zijn voltooid op de toegewezen dag.
      4. Percentage herhalingen/minuten: toont de procentuele verhouding tussen het aantal voltooide herhalingen/minuten en het aantal toegewezen herhalingen/minuten voor oefeningen die zijn voltooid op de toegewezen dag.
      5. Blanco: items in de toekomst die nog moeten worden voltooid.
    4. Type → Het type protocolitem (zoals educatie, oefeningen of beoordelingen).
    5. Titel → Geeft de naam weer van de educatie items en beoordelingen, en tevens de titel en het niveau van een oefening.
    6. Vervolgpijl → Klik op de vervolgkeuzepijl om de rij uit te vouwen en meer specifieke informatie over het protocolitem te bekijken.
      1. Als het item een ​​voorlichting is, laadt het systeem het item onder de protocolrij.
      2. Als het item een beoordeling is, laadt het systeem de beoordeling en geeft aan of het voltooid is. Als het is voltooid, worden er een score en link weergegeven om de resultaten op het onderzoekstabblad te bekijken. Opmerking: Als u de antwoorden van de beoordeling wilt bekijken, klikt u op het tabblad ‘Beoordelingen’.
      3. Als het item een oefening is, wordt er een tabel geladen met de oefeningen van de sessie, het aantal voltooide en toegewezen herhalingen/minuten en of de oefening is voltooid of gemist.
  • Protocolfilteropties: Klik op het vervolgkeuzemenu Alle categorieën om een specifieke categorie te bekijken van toegewezen taken binnen een protocol waaronder Alle categorieën, Educatie, Oefeningen en Beoordelingen.

Berichten:
geeft een berichtenlijst weer tussen de patiënt en zijn / haar zorgteam. U kunt de berichten van deze twee locaties in het systeem bekijken: Startpagina → Pictogram Berichten → Pagina Berichten of Pagina Patiëntgegevens → Tabblad Berichten. Hier volgen enkele punten waarmee u rekening moet houden bij het bekijken van berichten:

  • Een roze/paars berichtenpictogram geeft een onopgelost bericht aan tussen de patiënt en zijn / haar zorgteam.
  • De berichtenlijst is één doorlopende chat tussen alle zorgverleners die deel uitmaken van een zorgteam en de patiënt. De patiënt ziet dezelfde berichtenlijst als zorgverleners, samen met de foto’s van elke klinische gebruiker in de lijst.
  • U kunt op de patiënt reageren door in het “berichtvenster” te klikken en uw bericht in te typen. Als u klaar bent met opstellen, klikt u op “Verzenden” en de patiënt ontvangt een melding dat hij een bericht heeft ontvangen.
  • De berichtendraad is specifiek voor deze zorgepisode; afhankelijk van het toegewezen zorgteam, ziet u wellicht verschillende zorgverleners in de berichtendraad wanneer u schakelt tussen verschillende zorgepisodes.
  • Voor meer informatie over berichten, zie sectie 9: Berichten.

Beoordelingen:
Dit tabblad toont de vragenlijsten en bewegingsbereikevaluaties die aan de patiënten zijn toegewezen en zij hebben voltooid, waaronder de volgende gegevens:

  • In de linkerkolom ziet u:
    1. Datum dat de vragenlijst of bewegingsbereikevaluatie zijn toegewezen
    2. Voltooiingsstatus
  • In de rechterkolom ziet u:
    1. De volledige vragenlijsten, woordelijk vermeld
    2. Scoren
    3. Antwoorden op de vragenlijsten
  • In de rechterkolom kunt u onder een bewegingsbereikevaluatie het volgende bekijken:
    1. Een samenvatting van de evaluatieresultaten
    2. Maximaal en minimaal bewegingsbereik
    3. Moeilijkheids- en pijnclassificaties
    4. Miniatuurbeeld van de patiënt die de evaluatie uitvoert
    5. Videoclip van de patiënt die de evaluatie uitvoert
  • Als er geen vragenlijsten zijn toegewezen, wordt dit bericht weergegeven: “Er zijn tot nu toe geen vragenlijsten toegewezen.”
  1. Zorgteamtaken: Op deze pagina kan de gebruiker de klinische taken voor de specifieke zorgepisode van de patiënt bekijken en beheren. Het bevat een knop om nieuwe taken te maken (waarvoor een of meerdere taaksontvangers en een korte beschrijving nodig zijn). Elke taak kan worden uitgevouwen om de geschiedenis ervan op de pagina te bekijken via de knop ‘Geschiedenis van taak bekijken’. Er zijn twee hoofdgedeeltes op de pagina:
    1. Open taken: Hier kunt u alle openstaande taken voor de zorgepisode bekijken, inclusief onbevestigde (lichtere kleur) en taken in uitvoering (lichtere kleur). Taken kunnen urgent (rood) en niet-urgent (geel) zijn. Er kunnen verschillende acties ondernomen worden voor openstaande taken:
      1. Bevestigen: Elk zorgteamlid kan een onbevestigde taak bevestigen, maar hij/zij wordt dan de taaksontvanger. Hiermee wordt de taak ook verplaatst naar in uitvoering
      2. Oplossen: Elk zorgteamlid kan een taak oplossen die in uitvoering is. Er wordt dan een nieuwe pagina geopend, waar u een kort bericht over de oplossing moet invullen.
  • Bewerken (penknop): Elk zorgteamlid kan de taak bewerken. Er wordt dan een nieuwe pagina geopend waar de beschrijving, taakontvangers en het urgentieniveau bewerkt kunnen worden. Er kunnen ook opmerkingen worden toegevoegd om achtergrondinformatie over de bewerking te geven.
  1. Opmerkingen toevoegen: Alle leden van het zorgteam kunnen opmerkingen toevoegen aan de taakpagina.
  1. Opgeloste taken: Hier kunt u alle openstaande taken voor de zorgepisode bekijken. U kunt de specifieke geschiedenis van elke taak bekijken en uitvouwen op de pagina, en u kunt de taak heropenen. Als u de taak heropent, gaat u naar een nieuwe pagina waar u nieuwe taakontvangers moet toewijzen en een reden voor heropening moet opgeven voordat u de status van de taak opslaat en bijwerkt.

OPMERKING: U kunt e-mailmeldingen instellen in Mijn profiel om een e-mail te ontvangen wanneer een nieuwe taak aan u wordt toegewezen of een geprogrammeerde e-mail waarin wordt aangekondigd dat u een nieuwe taak hebt.

Zorgteams

Op de zorgteams-pagina kunt u groepen, zorgteams en klinische gebruikers bekijken en beheren. Klik op de vervolgkeuzelijst Navigatie in de koptekst om de pagina Zorgteams te openen. Let op: Alleen klinische gebruikers met “Beheerderrechten” mogen andere klinische gebruikers en zorgteams aanmaken, bewerken of verwijderen. Voor meer informatie, zie sectie 10: Administratieve toegang.

Zorgteams bekijken:
klik op de knop “Zorgteams” om groepen en zorgteams te bekijken. Standaard wordt de optie “Zorgteams” geselecteerd wanneer u naar de pagina Zorgteams navigeert.

Klinische gebruikers bekijken:
Klik op de knop ‘Klinische gebruikers’ om alle klinische gebruikers in uw zorgteams te bekijken.

Gedeactiveerde gebruikers
Door op “gedeactiveerde gebruikers” te klikken, kan de gebruiker filteren op gedeactiveerde klinische gebruikers.

Kantooruren beheren
Klik op de knop ‘Kantooruren beheren’ bovenaan de pagina Zorgteams om de kantooruren van uw zorgteam in te stellen. Op deze pagina kunt u een aangepast bericht voor de afwezigheidsverklaring invoeren voor uw patiënten. Gebruik deze functie om de verwachtingen van de patiënt te bepalen voor de responstijden van de berichten van het zorgteam en/of om alternatieve manieren te bieden om zorg te zoeken als het zorgteam niet op kantoor is.

Protocollen

In deze sectie leert u meer over de beschikbare protocollen en hoe u ze kunt bekijken. U kunt de pagina Protocollen openen vanaf deze twee locaties in het systeem: Koptekst → Navigatie vervolgkeuzemenu → Protocollen OF Patiëntprofielpagina → Een protocol toewijzen.

Op de pagina Protocollen kunt u alle beschikbare protocollen bekijken, sorteren op specifieke protocollen en een voorbeeld van de verschillende elementen (bijv. voorlichting, oefeningen en vragenlijsten) binnen elk protocol bekijken.

  • De Protocollen-pagina bestaat uit een “verkorte” weergave voor elk beschikbaar protocol. Standaard worden alle protocollen in alfabetische volgorde weergegeven op protocolnaam. Binnen elke protocolkaart ziet u de volgende informatie:
    1. Protocolnaam, Protocolbeschrijving (als er geen beschrijving is, is deze ruimte leeg), Duur, Oefeningen (toont alle beschikbare oefen opties voor dat protocol).
  • U kunt de pagina filteren op procedure door te klikken op het vervolgkeuzemenu Alle protocollen in de rechterbovenhoek van de pagina.
  • Als u op een protocolkaart klikt, wordt u naar de pagina Protocolvoorbeeld gebracht.
    1. Bovenaan de Protocol voorbeeldpagina staat de titel van het protocol.
    2. Hieronder vindt u de volgende informatie:
      1. Beschrijving: de beschrijving van het protocol. Als er geen beschrijving is, is de ruimte leeg.
      2. Duur: de lengte van het protocol
      3. Routines: de beschikbare routineniveaus (d.w.z. niveau 1, niveau 2 of geen oefeningen)
    3. Als uw account meerdere talen ondersteunt, kunt u de protocolweergave wijzigen om elke taalversie van elk protocol te bekijken.  Als uw account niet meerdere talen ondersteunt, kunt u alleen protocollen bekijken in de taal die door uw account wordt ondersteund.
    4. U kunt het protocol filteren door op het vervolgkeuzemenu Alle typen te klikken, zodat u alleen specifieke items (d.w.z. alle typen, voorlichting, oefeningen of vragenlijsten) binnen het protocol kunt bekijken.
    5. U kunt het vervolgkeuzemenu Alle typen selecteren om het protocol op niveaus te filteren.
      1. Als “Alle typen” of “Oefeningen” is geselecteerd in het vervolgkeuzemenu Alle soorten, zal het niveaufilter standaard alle niveaus weergeven, maar bevat het de volgende twee opties: Niveau 1 of Niveau 2.
      2. Als “Voorlichting” of “Vragenlijst” is geselecteerd, wordt de vervolgkeuzelijst Alle typen standaard ingesteld op de optie “-“.
  • Bovenaan de Protocol-pagina staat een tabel met de volgende informatie over het protocol:
    1. Dag → De dag van het protocol (bijv. -30, -25, +5, +11 etc.).
    2. Type → Het type protocolitem (bijvoorbeeld voorlichting, oefeningen en vragenlijsten).
    3. Niveau → Geeft “-” weer voor voorlichting en vragenlijsten; geeft “1” of “2” weer voor oefeningen.
    4. Titel → Toont de titelnaam van de voorlichting, vragenlijsten en oefeningen.
    5. Vervolgpijl → Klik op de vervolgkeuzepijl om de rij uit te vouwen en meer specifieke informatie over het protocolitem te bekijken. Let op: meerdere rijen kunnen tegelijkertijd worden uitgevouwen.
      1. Als het item een voorlichting is, laadt het systeem het item onder de protocolrij.
      2. Als het item een vragenlijst is, laadt het systeem de titel van de vragenlijst en alle vragenlijsttekst.
      3. Als het item een oefening is, wordt er een tabel geladen met de oefeningen van de sessie en het aantal toegewezen herhalingen/minuten voor elke oefening.

Berichten

In deze sectie worden de berichtmogelijkheden tussen patiënten en klinische gebruikers tijdens mymobility uitgelegd. U kunt de berichtenlijst vanuit een paar verschillende plaatsen openen: Koptekst → Pictogram Berichten → Pagina Berichten OF Startpagina → Pagina Patiëntgegevens → Tabblad Berichten OF Startpagina → Pagina Berichten.

U kunt patiënten, samen met de andere zorgteamleden van de patiënt, in één berichtenlijst berichten sturen. Elke patiënt heeft slechts één lopende berichtenlijst en elk lid van het zorgteam van de patiënt kan berichten in de lijst verzenden / ontvangen. Volg de onderstaande instructies om een ​​patiënt een nieuw bericht te sturen:

  • Voer vanuit de “berichtenlijst” het bericht in het dialoogvenster naast de knop “Verzenden” in.
  • Als u klaar bent met het opstellen van uw bericht, klikt u op de knop “Verzenden”.
  • Uw bericht zou nu onderaan de lijst moeten verschijnen, aangezien het het meest recente bericht is. De patiënt krijgt een melding wanneer hij/zij een nieuw bericht ontvangt.
  • Onder elk bericht in de lijst staat een regel waarin staat wie het bericht heeft verzonden, de datum waarop het bericht is verzonden en het tijdstip waarop het is verzonden. Naast elk bericht wordt de profielfoto van een gebruiker weergegeven.
  • Let op: als u geen profielfoto in het systeem heeft, ziet de patiënt in plaats daarvan een tijdelijke foto.
  • In de rechterkolom (naast de berichtenlijst) staan ​​de contactgegevens van de patiënt, samen met een lijst met namen van de klinische gebruikers in hun zorgteam.

Berichtenpictogram:
Als u op het berichtenpictogram in de koptekst klikt, komt u op de pagina Berichten, waar u onopgeloste berichten voor al uw patiënten kunt bekijken. Het pictogram “Berichten” in de hoofdbalk van de mymobility-koptekst heeft een roze/paars gekleurd nummer in de rechterbovenhoek als er niet-afgehandeld berichten zijn.

Berichtenpagina-indeling:
de berichtenpagina bevat een verscheidenheid aan informatie over het type verzonden bericht en manieren om uw berichten te sorteren. Houd rekening met de volgende items om gemakkelijker op deze pagina te kunnen navigeren.

  • Op de pagina Berichten is er een koptekstbalk met verschillende sorteeropties en verschillende kolommen met berichtinformatie.
    1. In de koptekstbalk van de pagina Berichten ziet u de volgende items:
      1. Aantal onbeantwoorde berichten.
      2. Een schakelbalk met de optie om onopgeloste of opgeloste berichten te bekijken.
        1. De weergave Onopgelost toont alleen onopgeloste berichten.
        2. De opgeloste weergave toont alleen opgeloste berichten van de afgelopen dertig dagen. Om oudere berichten te bekijken, gaat u naar de pagina Patiëntgegevens > Berichten van de patiënt.
      3. Meest recent vervolgkeuzemenu → Klik hier om uw berichten op de volgende manieren te sorteren:
        1. Meest recent: Sorteer de berichten zodat de meest recente berichten bovenaan staan ​​en de oudste berichten onderaan.
        2. Achternaam: Sorteer berichten alfabetisch (in aflopende volgorde, A-Z) op achternaam van de patiënt.
    2. In de berichtkolommen ziet u de volgende informatie:
      1. Profielfoto en patiëntnaam: de profielfoto van de patiënt wordt als eerste weergegeven, met zijn / haar naam.
      2. Meest recente tekst: in deze kolom worden maximaal twee regels van de berichttekst weergegeven, afhankelijk van de tekst. Als er buiten deze twee regels aanvullende informatie is, is er een weglatingsteken (…) om meer tekst aan te geven. Als het meest recente bericht een foto of video bevat, staat er een pictogram dat dat type bericht weergeeft in de inhoudsregel van het bericht.
      3. Datum / tijd: als het meest recente bericht vandaag is verzonden, wordt in deze kolom de tijd weergegeven waarop het bericht is verzonden. Als het bericht gisteren is verzonden, staat er ‘Gisteren’. Als het de afgelopen week is verzonden (maar niet vandaag of gisteren), wordt de dag van de week weergegeven. Als het bericht langer dan een week geleden is verzonden, wordt de datum weergegeven in DD / MM / JJ-indeling.
      4. Afgehandeld / niet-afgehandeld: als een bericht nog niet is afgehandeld, verschijnt er een uitroepteken aan de rechterkant van de berichtregel. Als een bericht is afgehandeld, is er geen uitroepteken.
  • Een niet-afgehandeld bericht is een bericht dat nog niet is afgehandeld en daarom moet worden aangepakt door een zorgteamlid. Wanneer een bericht niet is afgehandeld, zien alle zorgteamleden het onopgeloste pictogram.
  • Elk zorgteamlid kan het bericht van een patiënt markeren als afgehandeld. Houd er rekening mee dat als u een bericht als afgehandeld markeert, alle meldingen van de dashboards en berichtenschermen van andere zorgteams worden verwijderd.
  • Standaard toont de berichtenlijst de meest recente berichten die bovenaan de lijst zijn ontvangen en de oudere berichten onderaan. Let op: als u nog geen berichten hebt, wordt op het scherm weergegeven: “Er zijn geen berichten ontvangen.”
  • Als u op een berichtenregel klikt, gaat u rechtstreeks naar de berichtenreeks op de pagina Patiëntgegevens.
  • Wanneer een patiënt wordt ontslagen uit het mymobility-programma, wordt zijn berichttekenreeks verwijderd uit uw berichtenlijst.

Meldingen

  • Ga naar Mijn profiel om voorkeursopties voor e-mailmeldingen in te stellen. U heeft de volgende opties voor het ontvangen van e-mails:
    1. Direct – U kunt ervoor kiezen om meteen een e-mailmelding te ontvangen nadat u een nieuw bericht van een patiënt hebt ontvangen of er een nieuwe uitzondering is gedetecteerd. Deze meldingen hebben een kleine vertraging, zodat u, als u actief bezig bent in de applicatie, geen melding ontvangt
      1. U kunt ervoor kiezen om directe berichtmeldingen op alle dagen, op maandag – vrijdag, of helemaal niet te ontvangen.
    2. Gepland – U kunt ervoor kiezen om e-mailmeldingen te ontvangen als herinnering voor de hoeveelheid onopgeloste berichten of actieve uitzonderingen voor patiënten in uw zorgteam.
      1. U kunt ervoor kiezen om deze herinneringen altijd of op één van de volgende momenten te ontvangen:
        •  08:00 uur
        •  12:00 uur
        •  16:45 uur
      2. U kunt er ook voor kiezen om deze meldingen op alle dagen, op maandag – vrijdag, of helemaal niet te ontvangen.

Telehealth videoconsult

Het videoconsult biedt u een kanaal om via de audio- en videofuncties van mymobility contact te leggen met patiënten.

U kunt in mymobility het videoconsult met een patiënt instellen voor niet-chirurgische procedures, maar ook het behandelingsplan beheren. Voor het instellen van een Telehealth-videoconsult gaat u naar Menu -> Videoconsult om de startpagina voor videoconsulten te openen.

Startpagina voor videoconsulten
De startpagina voor videoconsulten bevat een centrale weergave waarin u het videoconsult van de patiënt volledig kunt instellen en beheren. U kunt de startpagina voor videoconsulten als volgt openen:

  • Aankomende consulten: alle aankomende videoconsulten worden in chronologische volgorde weergegeven, waarbij de meest recente datum en tijd bovenaan staan.
  • Filteren op patiënt of MRN: u kunt filteren door de patiëntnaam of het MRN op te geven als u alleen specifieke afspraken van een patiënt wilt bekijken.
  • Van mij: hiermee kunt u zien welke afspraken alleen voor u zijn gepland.
  • Systeemcontrole: hiermee kunt u de camera, luidspreker en microfoon testen voorafgaand aan het consult. Zo weet u zeker dat de audio/video goed zijn ingesteld.
  • Toevoegen: hiermee kunt u de afspraak voor het videoconsult van de patiënt instellen.

Het videoconsult van de patiënt kan in 4 fasen worden verdeeld.

Een afspraak voor een videoconsult toevoegen
U kunt de afspraak voor het videoconsult instellen op de startpagina voor videoconsulten door op Toevoegen te klikken. De pagina Consult toevoegen wordt dan geopend. De volgende gegevens moet u invullen om het consult in te stellen:

  • Patiëntnaam: dit is een verplicht veld waarin u de patiëntnaam invoert. Het veld al een suggestie voor de patiëntnaam terwijl u deze typt (als de patiënt een geregistreerde gebruiker van mymobility is).
  • Zorgteamlid: u moet het primaire zorgteamlid dat het videoconsult afneemt, invoeren in het veldZorgteamlid. De andere 2 velden zijn voor optionele zorgteamleden die mogelijk deel uitmaken van het consult.
  • Gepland: u kunt een videoconsult plannen en een afspraak maken door de volgende gegevens te verstrekken: datum, tijd en duur. U kunt ook speciale instructies toevoegen aan de patiënt door in het veld Instructies voor patiënt de optie Consult toevoegen te selecteren. De afspraak wordt toegevoegd aan de pagina voor videoconsulten en er wordt een melding naar de patiënt gestuurd.
  • Direct: u kunt Direct selecteren en een ongepland consult met de patiënt instellen. Als u het consult instelt door op Direct consult toevoegen te klikken, worden de consultgegevens toegevoegd aan de pagina voor videoconsulten. Via een melding wordt de patiënt op de hoogte gesteld dat hij of zij kan deelnemen aan het videogesprek.

Een videoconsult beheren
U kunt de afspraak voor het videoconsult beheren op de startpagina voor videoconsulten. Alle aankomende videoconsulten worden in chronologische volgorde weergegeven, waarbij de meest recente afspraak bovenaan staat. U kunt de afspraken beheren door te klikken op:

  • Wijzigen: u kunt de afspraak met de patiënt bewerken of verzetten. Wanneer een afspraak wordt gewijzigd, ontvangt de patiënt hierover een melding.
  • Annuleren: hiermee kunt u een bestaande afspraak voor een videoconsult annuleren. Wanneer een afspraak wordt geannuleerd, ontvangt de patiënt hierover een melding.

Deelnemen aan het videoconsult met de patiënt
U kunt op de pagina voor videoconsulten aankomende afspraken bekijken. Wanneer een afspraak binnen 5 minuten begint, ziet u de knop Start onder Wijzigen/ Annuleren. Hiermee kunt u het videogesprek starten. U ziet wanneer de patiënt aanwezig is en kunt dan zelf op Deelnemen klikken om deel te nemen aan het videogesprek. Tijdens het videogesprek kunt u:

  • De video van uzelf en de patiënt weergeven
  • Op het pictogram voor een gesplitst scherm klikken om de video en de gegevens van de patiënt in hetzelfde scherm weer te geven
  • De luidspreker in-/uitschakelen
  • De camera in-/uitschakelen
  • Met de patiënt chatten tijdens het videogesprek
  • Het videoconsult verlaten zonder dat de verbinding wordt verbroken
  • Het gesprek beëindigen voor alle deelnemers

Notities toevoegen na het consult
Aan het einde van het gesprek kunt u patiëntnotities invoeren. Deze worden toegevoegd aan de patiëntgeschiedenis. De toegevoegde notities kunt u naderhand ook raadplegen in het patiëntrapport.

Als de patiënt niet komt opdagen tijdens het videoconsult, kunt u dit voor factureringsdoeleinden aangeven nadat het videogesprek is beëindigd.

Administratieve Toegang

De klinische gebruiker met ‘Administratieve bevoegdheden’ heeft extra toegang buiten andere klinische gebruikers of klinische gebruikers met ‘Chirurgische rechten’. U hebt als klinische gebruiker met Administratieve privileges’ toegang tot het maken, bewerken, deactiveren en reactiveren van profielen van klinische gebruikers en het maken, bewerken en verwijderen van zorgteams.Raadpleeg de tabel met gebruikerstypen in sectie 4: Startpagina voor meer specifieke toegangsinformatie voor “Administratieve bevoegdheden”.

Startpagina:

  • Mijn profiel: Behalve dat u uw profielfoto kunt uploaden en bewerken en uw wachtwoord kunt wijzigen, kunt u ook alle andere velden op deze pagina bewerken. Let op: u heeft ook toegang om andere klinische gebruikersprofielen te bewerken.

Nieuwe zorgteams maken:
U hebt toegang tot het maken van nieuwe zorgteams. Volg onderstaande stappen om een ​​nieuw zorgteam aan te maken:

  • Klik op de knop “Zorgteams” in het vervolgkeuzemenu Hoofdnavigatie, beschikbaar op elke pagina in de hoofdbalk van mymobility.
  • Klik op de pagina Zorgteams op het vervolgkeuzemenu Maken en selecteer vervolgens “Zorgteam”.
  • U wordt naar de pagina Een team maken gebracht waar er drie velden zijn:
    1. Teamnaam (verplicht veld) → Voer de naam van het zorgteam in.
    2. Klinische gebruikers (optioneel veld) → U kunt ervoor kiezen om de klinische gebruikers nu of later toe te voegen. Houd er rekening mee dat als u geen gebruikers toevoegt bij het maken van het zorgteam, dat zorgteam niet verschijnt bij het maken van een patiëntprofiel. Om klinische gebruikers aan het zorgteam toe te voegen, wordt een lijst met alle klinische gebruikers in het systeem weergegeven met een selectievakje naast elk van hun namen. Om gebruikers te kiezen, klik op het vakje om een ​​vinkje toe te voegen. Dit geeft aan dat de gebruiker is geselecteerd voor het zorgteam.
  • Als u klaar bent, klikt u op de knop “Team maken” onderaan de pagina. Let op: als u een naam voor het zorgteam kiest die al in gebruik is, zal het systeem u hiervan op de hoogte stellen wanneer u op de knop Maken klikt.
  • Als uw zorgteam met succes is gemaakt, wordt u teruggebracht naar de zorgteams-pagina en wordt een succesbericht weergegeven.

Zorgteams bewerken:
Op de pagina Zorgteams kunt u zorgteams bewerken. Volg de onderstaande instructies om een ​​zorgteam te bewerken:

  • Zorg ervoor dat op de pagina Zorgteams de schakelknop “Zorgteams” is geselecteerd.
  • Selecteer in de lijst met zorgteamkaarten het zorgteam dat moet worden bewerkt.
  • Als u op de pagina van dat zorgteam de naam van het zorgteam moet bewerken, klikt u op het potloodpictogram naast de naam van het zorgteam.
  • Klik op de knop “Klinische gebruikers bewerken” aan de rechterkant van het scherm.
  • U wordt doorverwezen naar de pagina Klinische gebruikers bewerken met een lijst van alle klinische gebruikers in het algehele systeem.
  • De gebruikers van het specifieke zorgteam krijgen een vinkje in het vak naast zijn / haar naam
  • Om een ​​gebruiker te verwijderen, klikt u op de vakjes naast de naam van de klinische gebruiker. Met deze actie verwijdert u het vinkje om aan te geven dat u die gebruiker uit het zorgteam wilt verwijderen.
  • Wanneer u klaar bent met het bewerken van de gebruikers binnen het zorgteam, klikt u op de knop “bewerkingen opslaan” in de rechterbenedenhoek van de pagina en keert u terug naar de zorgteampagina.

Zorgteams verwijderen:
u kunt een zorgteam uit het systeem verwijderen door deze instructies te volgen:

  • Zorg ervoor dat op de pagina Zorgteams de schakelknop “Zorgteams” is geselecteerd.
  • Selecteer in de lijst met zorgteamkaarten het zorgteam dat moet worden verwijderd.
  • Klik op de pagina van dat zorgteam op de knop ‘Dit team verwijderen’ onder aan de pagina.
  • Houd rekening met de volgende punten bij het verwijderen van een zorgteam:
    1. Als er klinische gebruikers zijn die nog steeds deel uitmaken van dat zorgteam en alleen tot dat zorgteam, zal er een bericht zijn met de melding: “Er zijn leden van het zorgteam die moeten worden toegevoegd aan een ander zorgteam voordat dit zorgteam wordt verwijderd.”
    2. Als er nog patiënten in het zorgteam zijn, verschijnt er een bericht met de melding: “Wijs <# patiënten> patiënten opnieuw toe aan een nieuw zorgteam voordat u dit zorgteam verwijdert.
    3. Als zowel patiënten als klinische gebruikers nog steeds deel uitmaken van het zorgteam, ontvangt u het bericht: “Er zijn leden van het zorgteam en patiënten die aan een ander zorgteam moeten worden toegevoegd voordat dit zorgteam wordt verwijderd.”

Nieuwe klinische gebruikers maken:
u hebt toegang om nieuwe klinische gebruikersprofielen te maken. Volg de onderstaande instructies om een ​​nieuw klinisch gebruikersprofiel aan te maken:

  • Klik op de pagina Zorgteams op het vervolgkeuzemenu Maken aan de rechterkant van het scherm en selecteer “Klinische gebruiker”.
  • Voer op de pagina Een klinische gebruiker maken de demografische informatie van de nieuwe gebruiker in de volgende velden in:
    1. Verplichte velden: voor- en achternaam, titel, e-mailadres, mobiel nummer, zorgteam(s)
    2. Optioneel: Machtigingsvak voor “Admin” of “Chirurg”, voorvoegsel, achtervoegsel
  • Let op: in het veld ‘Machtigingen’ kunt u uitgebreide toegang aan de gebruiker geven. Als u niet zeker weet wat de verschillen zijn, klik dan op het vraagtekenpictogram voor meer informatie.
  • Nadat u de vereiste gebruikersgegevens heeft ingevoerd, klikt u op “Maken” om het nieuwe klinische gebruikersprofiel te voltooien. Let op: door dit proces wordt het systeem geactiveerd om de nieuwe gebruiker een welkomst-e-mail te sturen met instructies voor het inloggen, evenals een afzonderlijke e-mail met een tijdelijk wachtwoord.
  • Bij het instellen van een nieuw gebruikersaccount is het handig voor de gebruiker om een ​​ziekenhuis- of praktijk e-mailadres te gebruiken. Als de gebruiker dat type e-mailadres echter niet heeft, kan ook een persoonlijk e-mailadres worden gebruikt.

Klinische gebruikersprofielen bewerken:
alleen klinische gebruikers met “Administratieve bevoegdheden” mogen een klinisch gebruikersprofiel bewerken. Volg de onderstaande instructies om een ​​klinisch gebruikersprofiel te bewerken:

  • Klik op de knop “Zorgteams” in het vervolgkeuzemenu Hoofdnavigatie, beschikbaar op elke pagina in de koptekst.
  • Klik op de pagina Zorgteams op de knop “Klinische gebruikers” om alleen de klinische gebruikers weer te geven.
  • Blader totdat u de gebruikersprofielkaart vindt en klik erop. U wordt doorverwezen naar de pagina Klinisch gebruikersprofiel.
  • Bewerk de benodigde velden en als u klaar bent, klikt u op de knop “Profiel opslaan” in de rechter benedenhoek.
  • U wordt teruggestuurd naar de Zorgteams-pagina en er verschijnt een succesbericht.

Klinische gebruiker uit zorgteam verwijderen:
Klinische gebruikers kunnen op twee verschillende manieren van het ene zorgteam naar het andere worden verplaatst.

  • Volg de onderstaande instructies om een ​​klinische gebruiker van de zorgteams-pagina te verwijderen:
    1. Zorg ervoor dat op de pagina Zorgteams de schakelknop “Zorgteams” is geselecteerd
    2. Selecteer in de lijst met zorgteamkaarten het zorgteam dat moet worden bewerkt.
    3. Klik op de pagina van dat zorgteam op de knop ‘Klinische gebruikers bewerken’ aan de rechterkant van het scherm.
    4. U wordt doorverwezen naar de pagina Klinische gebruikers bewerken met een lijst van alle klinische gebruikers in het algehele systeem.
    5. De gebruikers van het specifieke zorgteam krijgen een vinkje in het vak naast haar / zijn naam.
    6. Om een ​​gebruiker(s) te verwijderen, klikt u op de vakjes naast de naam van de klinische gebruiker. Met deze actie verwijdert u het vinkje om aan te geven dat u die gebruiker uit het zorgteam wilt verwijderen.
    7. Als u klaar bent met het bewerken van de gebruikers binnen het zorgteam, klikt u op de knop ‘Bewerkingen opslaan’ in de rechterbenedenhoek van de pagina.
  • Volg deze stappen om een ​​klinische gebruiker van de profielpagina van de gebruiker te verwijderen:
    1. Verwijder op de pagina Klinisch gebruikersprofiel onder het gedeelte “Zorgteams”, het vinkje ‘uit’ het selectievakje naast het zorgteam om de gebruiker uit dat specifieke zorgteam te verwijderen.
    2. Als u klaar bent met het bewerken van de selecties van het zorgteam van de gebruiker, klikt u rechtsonder op de knop ‘Profiel opslaan’.

Klinische gebruikers deactiveren:
Klinische gebruikers moeten worden gedeactiveerd als ze niet langer betrokken zullen zijn bij de patiëntenzorg in uw instelling. Een klinische gebruiker met administratieve rechten is de enige gebruiker die andere klinische gebruikers kan deactiveren, maar houd er rekening mee dat een gebruiker met administratieve rechten zichzelf niet kan deactiveren. Als een klinische gebruiker met administratieve rechten moet worden gedeactiveerd, neem dan contact op met mymobility-ondersteuning. Volg onderstaande stappen om klinische gebruikers te deactiveren:

  • Klik op een willekeurige pagina binnen het systeem op het vervolgkeuzemenu Navigatie in de koptekst. Kies vervolgens ‘Zorgteams’.
  • Klik op de pagina Zorgteams op de knop “Klinische gebruikers” om alleen de profielkaarten van de klinische gebruikers te tonen.
  • De pagina toont alle actieve klinische gebruikersprofielen. Blader totdat u het klinische gebruikersprofiel vindt dat u wilt deactiveren en klik erop.
  • Die gebruikersprofielpagina zal verschijnen. Klik onderaan het profiel op de knop “Profiel deactiveren”.
  • Voordat de deactivering van het profiel is voltooid, verschijnt er een bericht met de vraag of u de klinische gebruiker wilt deactiveren. Klik op “Ja” om het gebruikersprofiel te deactiveren.
  • Als het gebruikersprofiel succesvol is gedeactiveerd, wordt u teruggestuurd naar de pagina Zorgteams en ziet u een succesbericht.
  • Zodra een klinische gebruiker is gedeactiveerd, kan deze gebruiker niet meer bij het systeem inloggen of wachtwoorden voor accounts opvragen. Deactivatie houdt tevens in dat deze gebruiker wordt verwijderd uit alle zorgteams. Betrokken patiënten zien deze gebruiker dan niet meer vermeld bij hun zorgteam in de mymobility-app.

Klinische gebruikers reactiveren:
U kunt op de pagina Zorgteams alle gedeactiveerde klinische gebruikers zien. Volg de onderstaande instructies om een ​​klinische gebruiker opnieuw te activeren:

  • Klik op het vervolgkeuzemenu Navigatie in de koptekst in de rechterbovenhoek. Klik vervolgens op de knop ‘Zorgteams’.
  • Klik op de pagina Zorgteams op het vervolgkeuzemenu Alle groepen en selecteer “Gedeactiveerde gebruikers”.
  • Op de volgende pagina worden alle gedeactiveerde klinische gebruikersprofielen weergegeven. Blader totdat u het klinische gebruikersprofiel vindt dat u opnieuw wilt activeren en klik erop.
  • De profielpagina van de gebruiker verschijnt. Klik onderaan het profiel op de knop “Profiel opnieuw activeren”.
  • Voordat de reactivering van het profiel is voltooid, verschijnt er een bericht met de vraag of u zeker weet dat u de klinische gebruiker opnieuw wilt activeren. Klik op “Ja” om het gebruikersprofiel opnieuw te activeren.

ROSA® Robotica

Startpagina

  • Hoofdmenu: Door nieuwe elementen is het eenvoudiger om naar meldingen en functies te navigeren, die betrekking hebben op ROSA Robotica
    1. OrthoIntel: Hiermee gaat u naar het OrthoIntel Orthopedic Intelligence Platform, waaronder ook de intra-operatieve analysepagina, waar chirurgen de rappoten over hun ROSA- kunnen bekijken.
    2. ROSA-gegevensimport: Hiermee gaat u naar de pagina ROSA-gegevensimport waar u de interoperatieve ROSA Robotica-gegevens van de patiënt kunt importeren en beheren.
    3. ROSA-vertegenwoordigers: Hiermee gaat u naar de pagina ROSA-vertegenwoordigers, waar gebruikers met administratieve rechten ROSA-vertegenwoordigers kunnen maken en deze kunnen beheren.

Bedieningselementen startpagina

  • Filters: voor het beheren van ROSA-patiënten
    1. ROSA met gegevens: ROSA Robotica-patiënten met geïmporteerde operatiegegevens
    2. ROSA zonder gegevens: ROSA Robotica-patiënten zonder geïmporteerde operatiegegevens
    3. niet-ROSA: Patiënten die geen ROSA Robotica-ingreep ondergaan

Patiëntkaarten

  • Pictogrammen van patiëntkaart:
    1. ROSA-badge: Als de patiënt een ROSA Robotica-ingreep moet ondergaan, wordt naast het berichtenpictogram een ROSA-pictogrambadge weergegeven. Er zijn 2 mogelijke statussen voor de badge:
      • Normaal: Er zijn operatiegegevens van de patiënt geïmporteerd
      • Grijs weergegeven: Er zijn geen operatiegegevens van de patiënt geïmporteerd

Een nieuwe ROSA-patiënt maken

  • Als er een nieuwe ROSA-patiënt wordt ingeschreven of een huidige patiënt in een ROSA-patiënt wordt gewijzigd, zijn op de pagina Een patiënt maken nieuwe gegevens en validatie vereist:
    1. Verplichte medische velden: Zorgteam, chirurg, ingreep, operatiezijde, ROSA
      • Opmerking: Patiënten moeten aan een ROSA-chirurg zijn toegewezen en een ingreep met ROSA-ondersteuning ondergaan (momenteel alleen TKA) om voor een ROSA-status in aanmerking te komen.

Pagina ROSA-patiëntgegevens

  • Tabblad Voortgang
    1. ROSA: Geeft indien beschikbaar de drie belangrijkste metingen van de patiënt weer, die voorafgaand aan en na de ROSA Robotica-ingreep verzameld zijn. Opmerking: Deze waarden worden weergegeven als het logbestand van de operatie van de patiënt in het mymobility-systeem geïmporteerd is. Houd rekening met de volgende items, gerelateerd aan de ROSA-gegevens:
      • Als u op het grafiekpictogram klikt, wordt het gedeelte uitgevouwen dat u naar het tabblad ROSA van de patiënt leidt voor een volledig overzicht van de verzamelde operatiegegevens.
    2. De metingen zijn tijdens de preoperatieve periode niet beschikbaar.
    3. De metingen zijn tijdens de postoperatieve periode beschikbaar zodra het individuele logbestand van de patiënt geïmporteerd is en aan de hand van het ROSA-gegevensimportproces bevestigd is.
  • Tabblad ROSA: Als u hier klikt, wordt er een volledig overzicht van de voorafgaand aan de operatie en, indien beschikbaar, tijdens de operatie verzamelde metingen van de patiënt weergegeven.
    1. Als de gegevens nog niet geïmporteerd zijn, zijn de geïmporteerde gegevens onvolledig of bevindt de patiënt zich nog steeds in de preoperatieve fase. In de tabel worden streepjes in plaats van de ontbrekende gegevens weergegeven.
    2. Als de gegevens beschikbaar zijn, kunt u een origineel exemplaar van het middels het apparaat verzamelde en in het systeem geïmporteerde logboek van de chirurg downloaden door op de knop Gegevens downloaden rechtsboven in het scherm te klikken.

ROSA administratieve privileges
Klinische gebruikers met ‘Administratieve rechten’ hebben aanvullend toegang tot functies die deel uitmaken van ROSA Robotica. Als klinische gebruiker met ‘Administratieve rechten’ hebt u de mogelijkheid om gebruikersprofielen van ROSA-vertegenwoordigers te maken en te bewerken, alsmede klinische gebruikers met ‘Chirurgrechten’ als ROSA-chirurgen aan te wijzen.

Pagina ROSA-vertegenwoordigers

  • Op de pagina ROSA-vertegenwoordigers kunt u ROSA-vertegenwoordigers bekijken en beheren. Klik op het vervolgkeuzemenu Navigatie in de koptekst om de pagina ROSA-vertegenwoordigers te openen.
  • Een ROSA-vertegenwoordiger maken: U hebt toegang tot het maken van nieuwe ROSA-vertegenwoordigers. Klik op de pagina ‘ROSA-vertegenwoordigers’ op de knop ‘Een ROSA-vertegenwoordiger maken’ om het proces voor het maken van een profiel voor een nieuwe ROSA-vertegenwoordiger te starten.
  • Voer op de pagina Een ROSA-vertegenwoordiger maken de gegevens van de nieuwe gebruiker in de volgende velden in:
    1. Voor- en achternaam, e-mailadres, chirurgen
      • Opmerking: Alle velden zijn verplicht.
    2. De actieve (groepen) chirurgen met ROSA-capaciteiten worden met selectievakjes ernaast weergegeven. De betreffende selectievakjes moeten worden aangevinkt om een ROSA-vertegenwoordiger aan een specifieke chirurg of groep chirurgen te koppelen. Zodoende krijgt de ROSA-vertegenwoordiger toegang tot de patiënten van die chirurg om ROSA-operatiegegevens te kunnen importeren en beheren.
    3. Klik op de knop ‘Maken’ om het profiel voor de nieuwe ROSA-vertegenwoordiger te voltooien. Opmerking: Door dit proces wordt het systeem getriggerd om de nieuwe gebruiker een welkomste-mail te sturen met instructies over het voltooien van het instellen van zijn/haar account en het aanmelden bij het systeem.
  • Profiel ROSA-vertegenwoordiger bewerken: Gebruikers die ‘Administratieve rechten’ hebben, kunnen profielen van een ROSA-vertegenwoordiger bewerken.
    1. Klik op de pagina ROSA-vertegenwoordigers op de profielkaart van de gebruiker die u wilt bewerken. Pas de betreffende velden aan en klik op ‘Profiel opslaan’ om de wijzigingen te voltooien.
    2. U kunt een ROSA-vertegenwoordiger ook deactiveren door op de knop ‘Deactiveren’ te klikken. ROSA-vertegenwoordigers moeten worden gedeactiveerd als ze niet langer betrokken zijn bij het beheren van ROSA-operatiegegevens voor hun chirurgen. Door deze actie kan de gebruiker zich niet meer bij het account aanmelden.

ROSA-chirurgen

  • Een klinische gebruiker met Chirurgrechten moet als een ROSA-chirurg worden aangewezen om ROSA-patiënten aan te kunnen maken en zodat ROSA-patiënten aan diegene kunnen worden toegewezen.
  • Wijs een ROSA-chirurg aan:
    1. Navigeer naar het betreffende gebruikersprofiel op de pagina Klinische gebruikers om een chirurg als een ROSA-chirurg in te stellen.
    2. Als er voor de gebruiker ‘Chirurgrechten’ in het gedeelte Machtigingen op de profielpagina geselecteerd zijn, verschijnen eronder een aantal keuzerondjes.
    3. Klik op de knop ‘ROSA’ en klik op ‘Profiel opslaan’. Eenmaal opgeslagen kunnen aan deze chirurg toegewezen patiënten als een ROSA-patiënt worden ingeschreven of na inschrijving als zodanig worden aangepast.
    4. Opmerking: Wees voorzichtig als u de ROSA-toewijzing van een chirurg met ROSA-patiënten intrekt; hierdoor worden voor zowel de chirurg als de betrokken patiënten alle ROSA-functies verwijderd en de toegang geblokkeerd. Deze bewerking kan niet worden teruggedraaid, wat betekent dat als u de functie per ongeluk uitschakelt en weer inschakelt, de patiënten van de chirurg niet automatisch het kenmerk ROSA-patiënt krijgen toegewezen.

ROSA-gegevensimport
Klinische gebruikers die aan een zorgteam met een ROSA-chirurg zijn toegewezen en ROSA-vertegenwoordigers hebben toegang tot het scherm ROSA-gegevensimport.

Scherm Alle patiënten: Het scherm ‘Alle patiënten’ biedt een overzicht van alle ROSA-casussen die aan de chirurg(en) in uw zorgteam gekoppeld zijn. In het geval van een ROSA-vertegenwoordiger bevat de lijst alle ROSA-casussen voor de ROSA-chirurgen waaraan de gebruiker bij hun specifieke cliënt toegewezen is.

  • Sorteren en filters
    1. Gegevens vereist: Als u op deze knop drukt om het filter in te schakelen, wordt de lijst van patiënten verfijnd zodat alleen de patiënten worden weergegeven voor wie het ROSA-chirurglogbestand nog niet geïmporteerd is.
    2. Vervolgkeuzelijst Filters: U kunt in deze lijst kiezen of de patiëntenlijst op achternaam, geboortejaar, operatiezijde, naam chirurg, operatiedatum of importdatum wordt gesorteerd.
  • Bestandsnamen bekijken
    1. Als u op deze knop drukt, wordt de zichtbaarheid in- en uitgeschakeld van de specifieke bestandsnaam die aan elke patiënt met een geïmporteerd ROSA-chirurglogboek gekoppeld is. Dit kan handig zijn om fouten bij het importproces te verhelpen of om te controleren welke bestanden u al in het systeem hebt geïmporteerd.
  • Scherm Gegevens importeren: In het scherm Gegevens importeren kan de gebruiker een bestandsbrowser openen en één of meer ROSA-chirurglogbestanden selecteren om deze in het systeem te importeren.
  • Bestanden selecteren
    1. Open de bestandsbrowser op de computer. Navigeer naar het USB-station op de computer waarin de logbestanden zich bevinden en selecteer deze. Vervolgens wordt het importproces gestart en de weergave in de overeenkomende workflow gewijzigd.
  • Importstatus
    1. Deze regel biedt een kort overzicht van de resultaten van de eerste fase van het importproces.
      • Te bevestigen overeenkomsten: Het aantal chirurglogbestanden dat het systeem automatisch aan ROSA-patiënten kon koppelen.
      • Geen overeenkomsten: Het aantal chirurglogbestanden dat het systeem niet automatisch aan een patiënt kon koppelen.
      • Eerder geïmporteerd: Als een logbestand al geïmporteerd en aan een patiënt gekoppeld is, worden de betreffende namen als u op deze tekst klikt als knopinfo weergegeven.
      • Knop Gereed: Als u op deze knop klikt, wordt de huidige koppelsessie beëindigd en keert de gebruiker terug naar de weergave Alle patiënten. Alle onbevestigde overeenkomsten worden genegeerd.
  • Overeenkomsten bevestigen
    1. Voor elke door het systeem gegenereerde overeenkomst tussen een ROSA-chirurglogboek en een patiënt worden twee rijen in de tabel Overeenkomsten bevestigen aangemaakt.
      • 1) In de eerste rij wordt de casus-ID voor het betreffende chirurglogbestand ontleed weergegeven.
      • 2) In de tweede rij worden de corresponderende, met de casus-ID-componenten overeenkomende patiëntgegevens in de rij erboven weergegeven.
      • Alle aspecten van de casus-ID moeten met een momenteel ingeschreven postoperatieve patiënt overeenkomen zodat het algoritme op de juiste manier een koppeling tot stand kan brengen en in deze tabel kan worden weergegeven.
  • Specificaties Casus-ID:
    1. Alle ROSA casus-ID’s zijn uniek en worden voor elke ingreep op het ROSA-apparaat gemaakt. De casus-ID in de bestandsnaam van elk bestand wordt gebruikt voor automatische koppeling aan een mymobility-patiënt.
    2. Voorbeeld: RTEF47L70RS19UR
Initialen voornaam patiënt Eerste 2 tekens achternaam patiënt Uniek Zimmer-nummer Operatiezijde Geboortejaar patiënt Initialen chirurg Operatiejaar Gebied- en productcode
R TE F47 L 70 RC 19 UR
ROSA Test Negeren Links 1970 ROSA-chirurg 2019 Negeren
  • Notatie bestandsnaam:
    1. Elk vanuit het ROSA-apparaat geëxporteerde chirurglogbestand wordt in een afzonderlijke map aangemaakt die de naam van de specifieke casus-ID voor die ingreep krijgt. In de map ziet u een bestand genaamd ‘SurgeonLog-[casus-ID]-[operatiedatum]_[door systeem gegenereerde nummers]’. Deze bestandsnaamnotatie moet worden behouden zodat het algoritme voor automatische koppeling op de juiste manier werkt. Geldige bestanden met een willekeurige naam kunnen aan de hand van de functie Handmatige import worden geïmporteerd.
    2. Voorbeeld: SurgeonLog-RTEF47L70RS19UR-20191114_104141056325
  • Knop Importeren
    1. Als u op deze knop klikt, wordt de import van het ROSA-chirurglogbestand naar de overeenkomende gekoppelde patiënt voltooid. Deze stap is verplicht.
    2. Pictogram Prullenbak
      • Als een overeenkomst bevestigd en het bestand volledig geïmporteerd is, wordt de knop Bevestigen inactief en verschijnt er een prullenbakpictogram. Als u op dit pictogram klikt, wordt het logbestand van de patiënt ontkoppeld en de gegevens uit het systeem gewist.
  • Geen overeenkomst
    1. In de tabel Niet-overeenkomende bestanden worden alle bestanden vermeld die voor import geselecteerd zijn en niet automatisch door het systeem konden worden gekoppeld. Elk bestand bevat een foutmelding waarin wordt uitgelegd waarom het bestand niet geaccepteerd is.
  • Er zijn gegevens voor patiënten na operatie vereist
    1. Alle post-operatieve ROSA-patiënten voor wie de gebruiker beheerderstoestemming heeft en voor wie nog steeds ROSA-gegevens moeten worden geïmporteerd, worden in deze tabel vermeld. U kunt met de knop Handmatig importeren één geldig ROSA-chirurglogbestand selecteren en deze aan een bestaande patiënt koppelen. Door dit proces bent u niet afhankelijk van de automatische koppelingsfunctie, kunt u het bestand elke gewenste naam geven en heeft u meer controle over welk logbestand aan een patiënt wordt gekoppeld. U kunt, als u een bestand handmatig importeert en dit door het systeem wordt geaccepteerd, tijdens dezelfde sessie op het prullenbakpictogram klikken en de koppeling verwijderen, zoals wanneer u een automatische koppeling bevestigd.

Persona IQ®

Een nieuwe Persona IQ®-patiënt maken

  • Als er een nieuwe Persona IQ®-patiënt wordt ingeschreven of een huidige patiënt in een Persona IQ®-patiënt wordt gewijzigd, zijn op de pagina Een patiënt maken nieuwe gegevens en validatie vereist:
    1. Verplichte medische velden: Zorgteam, chirurg, ingreep, operatiezijde, Persona IQ®
      • Opmerking: Patiënten moeten aan een Persona IQ®-chirurg zijn toegewezen en een ingreep met Persona IQ®-ondersteuning ondergaan (momenteel alleen TKA) om voor een Persona IQ®-status in aanmerking te komen.

Pagina Persona IQ®-patiëntgegevens

  • Tabblad Voortgang
    1. Persona IQ®: Persona-gegevens worden op zes unieke statistiekenkaarten weergegeven: stappen, afstand, bewegingsbereik, loopsnelheid, cadans, pasafstand. Gegevens kunnen in stappen van 1 week, 1 maand of 3 maanden worden bekeken. Gegevens kunnen op elke unieke kaart ook worden uitgevouwen, zodat er meer details worden weergegeven.
    2. De metingen zijn tijdens de preoperatieve periode niet beschikbaar.
    3. Tijdens de periode na operatie, worden de patiëntgegevens weergegeven als de patiënt de operatie heeft ondergaan en hun basisstation voorafgaand aan de operatie is ingesteld en gekoppeld.
  • Tabblad Technologie: Dit vermeldt de Persona-patiëntgegevens in meer detail
    1. Status batterij: geeft de batterijstatus van het implantaat van de patiënt weer
    2. CTE-serienummer: geeft het serienummer van het implantaat van de patiënt weer
    3. CTE-maat: geeft de maat van het implantaat van de patiënt weer
    4. Eerste verbinding basisstation: geeft de datum weer waarop de eerste verbinding vanaf het basisstation van de patiënt is verzonden
    5. Laatste verzending basisstation: geeft de laatste verzending vanaf het basisstation van de patiënt weer
    6. Serienummer basisstation: geeft het serienummer van het basisstation van de patiënt weer
  • Patiëntstatistieken: stappen, afstand, bewegingsbereik, loopsnelheid, cadans, pasafstand kunnen hier met meer granulariteit worden bekeken. Statistieken zijn samengevoegd tot een minimum, maximum en gemiddelde en worden weergeven voor de afgelopen 7 dagen, de afgelopen maand, de afgelopen 3 maanden en de het afgelopen jaar. Als er datummijlpalen worden bereikt, komen er gegevens beschikbaar.

Automatische inschrijving van patiënten

Overzicht

Klanten die tevens ondersteunde EPD-technologieën gebruiken, kunnen profiteren van volledig automatische inschrijving van nieuwe patiënten. Wanneer procedures gepland worden binnen de standaard EPD-workflow, maakt mymobility de desbetreffende patiënt automatisch aan en schrijft hem of haar automatisch in, zonder dat iemand van het zorgteam handmatig iets hoeft in te voeren. Als er verder een reeds geplande procedure wordt bijgewerkt, worden deze wijzigingen ook automatisch toegepast op het mymobility-dossier van de patiënt, zodat zijn of haar toegewezen zorgtraject afgestemd blijft op de actuele procedure. We ondersteunen momenteel integraties via Rhapsody® en Torq Interface.

Op basis van de hoeveelheid ontvangen patiëntgegevens via het EPD-systeem, wordt een patiënt volledig of gedeeltelijk ingeschreven.

Naast de hieronder beschreven vereiste instelling, moeten de volgende patiëntgegevens worden ontvangen van het EPD-systeem om een patiënt automatisch volledig in te schrijven::

  • Naam
  • Geboortedatum
  • Geslacht
  • Mobiel telefoonnummer
  • Chirurg
  • Operatiedatum
  • Operatie
  • Operatiezijde

Als er operatiegegevens ontbreken of onvolledig zijn, wordt de patiënt gedeeltelijk ingeschreven. Dit is hetzelfde als handmatig een patiënt inschrijven zonder operatiegegevens. Als dit gebeurt, kan het EPD-systeem het mymobility-dossier bijwerken met de operatiegegevens als deze beschikbaar komen of een klinische gebruiker kan deze gegevens handmatig invoeren. Als de informatie uit het EPD  niet ten minste de naam, geboortedatum, mobiel telefoonnummer en arts van de patiënt bevat, kan er geen nieuwe patiëntaccount worden aangemaakt.

Opmerking: Patiënten moeten hun account nog steeds activeren en kunnen dat doen met de instructies die na inschrijving via sms zijn verzonden.

Vereiste instellingen

  • Om de functie voor het automatisch inschrijven van patiënten te kunnen gebruiken, moet het volgende worden geconfigureerd via het klinische gebruikersprofiel van de arts:
      • Uniek identificatienummer of NPI.
        • De meeste EPD-leveranciers gebruiken een uniek identificatienummer om aan te geven welke arts een procedure uitvoert. Dit nummer moet in het mymobility-profiel van de arts worden ingevoerd en exact overeenkomen met het in het EPD-systeem gebruikte nummer. In de Verenigde Staten is dit het NPI-nummer.
      • Standaard zorgteam
        • Het zorgteam is een structuur die wordt gebruikt om klinische gebruikers te organiseren in mymobility en heeft over het algemeen geen equivalent in andere systemen. Daarom moet mymobility weten aan welk zorgteam een patiënt moet worden toegewezen tijdens het automatische inschrijvingsproces.
      • Standaard zorgtrajecten
        • Wanneer mymobility een geplande procedure ontvangt, moet het systeem, om het zorgtraject van de patiënt te starten, het juiste protocol aan de patiënt kunnen toewijzen op basis van het soort procedure en de operatiezijde.
      • Verder moeten alle protocollen die de individuele arts in mymobility toewijst aan zijn of haar patiënten op de juiste manier geconfigureerd zijn op basis van de zijde van ingreep/operatiezijde.

      Opmerking: Deze stap moet voorafgaand aan de toewijzing van de standaard zorgtrajecten van een arts worden uitgevoerd en moet door een implementeerder van Zimmer Biomet worden voltooid. Voor nieuwe cliënten wordt dit gedaan als onderdeel van het onboardingproces, maar voor bestaande cliënten moet u mogelijk contact opnemen met uw Zimmer Biomet implementeerder

Woordenlijst

Patiënten:
Personen die met het mymobility-platform naar huis worden gestuurd om hen zo te kunnen helpen bij het voltooien van hun behandeling, zowel voor als na de operatie.

Klinische gebruiker met beheerdersrechten:
Een klinische gebruiker die gebruikers beheert voor hun gezondheidssysteem, kantoor, ziekenhuis of operatiecentrum. Dit kan, maar is niet beperkt tot, het volgende: ziekenhuisbestuurders, klinisch directeuren of andere persoon / personen in een rol van rechtenbeheer bepaald door het gezondheidssysteem.

Klinische gebruiker met chirurgrechten:
Over het algemeen een orthopedisch chirurg, of MD.

Klinische gebruiker:
Over het algemeen een PA, PT, RN, MA, NP, planner of zorgcoördinator.

Uitvoerders:
Een Zimmer Biomet-medewerker die toezicht houdt op de implementatie, configuratie en het beheer van het mymobility-systeem voor het algehele mymobility-account.

Zorgteam:
Een zorgteam bestaat uit een groep zorgprofessionals (bijv. chirurgen, verpleegkundigen, PA’s, planners) die de zorg voor een bepaalde patiënt zullen overzien.

Voorlichting:
Een document dat is gemaakt om de patiënt te informeren over een aspect van zijn/haar zorg.

Oefensessies:
Een combinatie van oefeningen die aan een patiënt zijn toegewezen om het herstelproces van een patiënt te bevorderen. Het kan bestaan ​​uit een of meer oefeningen.

Vragenlijsten:
Vragenlijsten die de activiteitsniveaus van patiënten beoordelen (zoals de HOOS of KOOS).

Berichten:
Een tool voor leden van het zorgteam om met hun patiënten te communiceren.

Protocol:
Een ingesteld programma voor het begeleiden van patiënten (dat tot 30 dagen voor de operatie start en tot 365 dagen na de operatie duurt) dat uit alle drie soorten items kan bestaan (Educatie, Beoordelingen en Oefeningen).

Naleving / voltooiing:
Toont de deelname van een patiënt aan het voltooien van de toegewezen voorlichting- of oefentaken.

Locatie / dispositie / gebruik:
Laat zien waar de patiënt is / was en hoeveel dagen de patiënt op die locatie is geweest. Als de patiënt fysiotherapie heeft ontvangen, wordt weergegeven hoeveel sessies zijn voltooid. Let op: dit is zelf gerapporteerd en is een vereiste wekelijkse update door de patiënt.

Pre-operatief:
Patiënten in dagen -30 tot en met -1 in hun zorgperiode. Patiëntstatistieken worden gereset na de operatie.

Na de operatie:
Patiënten op dag 0 (dag van de operatie) en hoger in hun zorgperiode.

Apple Watch

Zimmer Biomet verifieert niet de nauwkeurigheid van informatie die door de gebruiker zelf wordt gerapporteerd of verkregen via demobiele apparaat van de gebruiker (zoals de Apple Watch). Dergelijke informatie moet worden gecontroleerd op juistheid voordat er beslissingen worden genomen of actie wordt ondernomen op basis van de informatie. Houd er rekening mee dat de pre-operatieve statistieken van patiënten niet worden meegerekend in de percentages die na de operatie worden weergegeven. Statistieken en gegevens vóór de operatie zijn beschikbaar op de pagina met alle statistieken.

©2020, 2021, 2022 & 2024 Zimmer Biomet


This material is intended for healthcare professionals utilizing the mymobility platform. All content herein is protected by copyright, trademarks and other intellectual property rights, as applicable, owned by or licensed to Zimmer Biomet or its affiliates unless otherwise indicated, and must not be redistributed, duplicated or disclosed, in whole or part, without the express written consent of Zimmer Biomet.

©2020-2024 Zimmer Biomet

Patiënten moeten toegang hebben tot internet en een mobiel apparaat met tekstondersteuning of een compatibele smartphone om gebruik te kunnen maken van Mymobility. Niet alle functies van de smartphone-app zijn beschikbaar met de webversie. Niet alle patiënten komen in aanmerking voor mymobility en patiënten moeten door chirurgen worden geëvalueerd als geschikte kandidaten voor therapie thuis.

Alle namen in dit document zijn fictief. Geen identificatie met daadwerkelijke patiënten of beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg is bedoeld of moet worden afgeleid.

Apple, Apple Watch, iPhone, App Store, HealthKit, Face ID & Touch ID zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen.

Android, Google Fit en Google Play zijn handelsmerken van Google, LLC.

Rhapsody is een geregistreerd handelsmerk van InterOperability Bidco, Inc.

Persona IQ® The Smart Knee®

De objectieve kinematische gegevens die door het CTE met CHIRP-systeem worden gegenereerd, zijn niet bedoeld ter ondersteuning van klinische besluitvorming en er is geen klinisch voordeel aangetoond. Niet alle patiënten komen in aanmerking voor dit product en/of deze operatie. Alleen een medisch deskundige kan de behandeling vaststellen die geschikt is voor uw specifieke aandoening. Geschikte activiteiten en beperkingen na de operatie verschillen per patiënt. Overleg met uw chirurg of vervanging van het gewricht de juiste operatie voor u is. Bespreek welke risico’s er aan de operatie zijn verbonden, waaronder de risico’s van slijtage van het implantaat, infectie, losraken, breuk of uitval, die elk mogelijk tot een extra chirurgische operatie zouden kunnen leiden. Ga voor een volledige lijst met informatie over voordelen en risico’s en om een zorgverlener bij u in de buurt te vinden naar www.zimmerbiomet.com of bel 1-800-HIP-KNEE. Alle inhoud in deze publicatie is beschermd door auteursrechten, handelsmerken en andere intellectuele-eigendomsrechten, voor zover van toepassing, die eigendom zijn van of gelicentieerd zijn aan Zimmer Biomet of aan Zimmer Biomet gelieerde ondernemingen, tenzij anders vermeld, en mag niet worden geherdistribueerd, gedupliceerd of openbaar worden gemaakt, noch geheel noch gedeeltelijk, zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Zimmer Biomet.

©2023 Zimmer Biomet